Ook als de wereldleiders volgende week in Brazilië het actieplan van Rio+20 goedkeuren, blijft het de vraag hoe de Verenigde Naties het best politieke beloften in economische realiteit omzetten. Er wordt onder andere gedacht aan de oprichting van een heuse Wereldmilieuorganisatie.
Terwijl voorbereidende comité van 193 leden deze week in Rio de Janeiro de patstelling tracht te doorbreken, liggen er al verschillende voorstellen op tafel voor een institutionele hervorming of de oprichting van nieuwe organen.
Zo zijn er plannen om van het bestaande VN-Milieuprogramma (UNEP) een volwaardig agentschap te maken, een Raad voor Economische Coördinatie en een andere voor Duurzame Ontwikkeling op te richten, en als kers op de taart, een Wereldmilieuorganisatie (WEO) in het leven te roepen.
Dat laatste voorstel circuleert al meer dan twintig jaar in VN-kringen en werd vorige week door de Franse president Hollande van onder het stof gehaald. “Een WEO zou net als de Wereldhandelsorganisatie (WTO) of de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) bijdragen tot het succes van Rio+20”, aldus François Hollande.
Institutioneel kader
Volgens de voorzitter van de Algemene Vergadering, Nassir Abdulaziz al-Nasser, moet de top in Rio een “sterk institutioneel kader” opleveren. “Deze architectuur moet een betere integratie mogelijk maken van de drie dimensies van duurzame ontwikkeling: het economische, sociale en de milieubescherming.”
Vorige week herhaalde ook VN-secretaris-generaal Ban Ki-moon “de nood aan een nieuw institutioneel kader om onze gedeelde doelstellingen op vlak van duurzame ontwikkeling te ondersteunen”. Hij denkt aan een instelling waarbij de politieke top betrokken is, maar waar ook ruimte bestaat voor de expertise van het middenveld, lokale autoriteiten en de privésector.
De Verenigde Naties kijken al voorbij 2015, wanneer de millenniumdoelstellingen aflopen en de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling beginnen. “Ik heb al gevraagd aan de betrokkenen om het volledige VN-systeem achter deze inspanning te scharen”, voegde Ban Ki-moon eraan toe.
Hij duidde een panel van prominenten aan om hem te adviseren over het te volgen pad na 2015: de Indonesische president Susilo Bambang Yudhoyono, de Liberiaanse president Ellen Johnson Sirleaf en de Britse premier David Cameron.
Toegevoegde waarde?
“Een apart agentschap van UNEP maken, betekent meer posten en hogere uitgaven – en waarschijnlijk meer controle van het Noorden. En eenmaal het agentschap er is, neemt de politiek het over: regeringen beslissen over het beleid, en richten instellingen op om dat uit te voeren”, meent de ervaren journalist Chakravarthy Raghavan. “Het is niet duidelijk wat de toegevoegde waarde is.”
Het idee is niet nieuw, volgens hem, en gaat net als de oprichting van een Wereldmilieuorganisatie terug tot de voorbereidingen van de Top van de Aarde in 1992. Toen botste het voorstel van een WEO op verzet van de ontwikkelingslanden en verschillende gespecialiseerde agentschappen.
In de nasleep van de Aardetop in 1992 zijn er wel verschillende instellingen, fondsen en commissies opgericht om zich met milieu en ontwikkeling bezig te houden, onder andere de Global Environment Facility (samen met de Wereldbank), het VN-Milieuprogramma, de VN-Commissie voor Duurzame Ontwikkeling en het Klimaatverdrag (UNFCCC).
Thalif Deen
Reageer op dit bericht