Als een van de eerste regios ter wereld omarmt regio Venlo het cradle to cradle-principe en gaat dat toepassen bij de realisatie van businesspark Venlo GreenPark. De regio – een samenwerkingsverband van vijf Noord-Limburgse gemeenten gaat uit van de kringloopgedachte waarin afval niet bestaat.
Afval ligt juist aan de basis van nieuwe producten of bestemmingen van een zelfde hoge kwaliteit. Economische groei en duurzaamheid kunnen zo perfect samengaan.
De regio Venlo vormt een belangrijk economisch knooppunt voor logistiek, agrofood en agro-logistiek in een internationale regio, vertelt Jan Linssen, directeur van Venlo GreenPark. Al langer (vanaf 2000) bestond het idee om dit knooppunt verder te ontwikkelen. “Niet in de sfeer van het produceren of vervoeren van nog meer tomaten, komkommers en paprika’s, maar door het creëren van meerwaarde in de vorm van kennisontwikkeling en -uitwisseling. We willen partijen samenbrengen – kennisinstellingen en bedrijven in de tuinbouwsector – die werken aan een duurzame toekomst in een duurzame omgeving. GreenPark bundelt kennis en innovatie van de groene sector op één locatie waar bedrijven intensief samenwerken met kennisinstituten/instellingen en universiteiten.”
Floriade: evenement van wereldformaat
Niet toevallig is de locatie van Venlo GreenPark in de directe nabijheid van de A73 en de A67 ook de locatie waar de Floriade, de wereldtuinbouwtentoonstelling, in 2012 neerstrijkt. Linssen: “Gelijktijdig met het idee om een hoogwaardig businesspark te ontwikkelen werd nagedacht over de vraag hoe de regio als economisch centrum van belang duidelijk op de kaart gezet kon worden. Het binnenhalen van de Floriade – een evenement van wereldformaat kwam toen snel in beeld. De organisatie ervan vraagt echter een behoorlijke investering en dan is de vraag relevant wat daarvan de eindbestemming is. Toen hebben we gezegd: laten we de realisatie van het businesspark koppelen aan de Floriade. Daarmee krijgt de investering in de Floriade belangrijke meerwaarde.”
Leerstoel ‘cradle to cradle’
De ‘cradle to cradle’-gedachte komt onder meer tot uiting in de rol die Venlo GreenPark wil spelen als kennisintensief businesspark. Bijvoorbeeld door de instelling van een leerstoel ‘cradle to cradle’. Maar ook in meer fysieke zin vormt Greenpark de illustratie van het motto dat afval niet bestaat en dat gebeurt op verschillende manieren. Zo worden energie- en waterstromen in Greenpark in een kringloop georganiseerd op het terrein van 66 hectare. Ook de majeure gebouwen die in het businesspark aanwezig zijn dragen het ‘cradle to cradle’-gedachtegoed uit. Linssen: “Een trekker wordt het duurzaamheidsgebouw Villa Flora van de IJslandse architect en emeritus hoogleraar milieugericht ontwerpen Jón Kristinsson. Het gebouw voorziet volledig in zijn eigen energiebehoefte en is zo ontworpen dat het op termijn wellicht zelfs energie kan leveren. Behalve het feit dat er geen energie in hoeft, komt er bovendien ook geen afval uit.”
Steeds een stapje dichter bij het ideaal
Linssen pretendeert niet met GreenPark de ideale wereld te bereiken. “We zijn een proeftuin en we zijn aan het experimenteren. We zullen niet over een jaar of over twee jaar roepen dat we het helemaal voor elkaar hebben. Het is een continu experiment. Omdat veel kennis nog niet bestaat of toepasbaar is – bijvoorbeeld op het gebied van ‘cradle to cradle’-bouwmaterialen – is dat soms lastig. We proberen wel steeds een stapje dichter bij het ideaal te komen: zo heeft een bedrijf uit de regio bijvoorbeeld een procédé ontwikkeld om beton te produceren op basis van het ‘cradle to cradle’-principe. Zo willen we ook met bouwmaterialen een stap verder komen om dat principe toe te passen.”
Acquisitieteam
In 2012 – het jaar van de Floriade in regio Venlo – moet GreenPark gereed zijn. Linssen: “Dat betekent dat we dit jaar goede afspraken moeten maken met investeerders en ontwikkelaars om er voor te zorgen dat wat we voor ogen hebben ook echt gerealiseerd wordt. Bovendien hebben we een acquisitieteam opgezet om gebruikers te zoeken voor de fase na 2012. Daar is zeker belangstelling voor, maar ons programma is erg ambitieus. We hebben meer dan gemiddelde belangstelling nodig: ongeveer 50 – 60 % van de vierkante meters die we bouwen en waar we in investeren willen we straks al gevuld hebben.”
Reageer op dit bericht