Voor het eerst is wereldwijd meer geïnvesteerd in duurzame energie dan in klassieke elektriciteitscentrales die op fossiele brandstoffen draaien. Dat blijkt uit cijfers die de milieutak van de Verenigde Naties, de UNEP , vandaag heeft gepubliceerd.

Vorig jaar werd 140 miljard dollar (98 miljard euro) geïnvesteerd in windmolens, zonnepanelen, waterkrachtcentrales, biomassa, en andere vormen van duurzame elektriciteitsopwekking. Voor klassieke stroomcentrales kwamen de investeringen uit op 110 miljard dollar.

De investeringen in duurzame energie waren het hoogst in Europa (50 miljard dollar), onder meer doordat Duitsland, Spanje en Groot-Brittannië deze ontwikkeling sterk stimuleren. Na Europa volgden de Verenigde Staten (30 miljard dollar).

In China stegen de investeringen in duurzame energie met 18 procent, en kwamen uit op 15,6 miljard dollar.

Het meest werd vorig jaar geïnvesteerd in windenergie (52 miljard dollar), gevolgd door zonne-energie. Daarin werd voor in totaal 33,5 miljard dollar geïnvesteerd.

Door de economische dip groeiden de investeringen vorig jaar minder hard dan in de jaren daarvoor. Vergeleken met 2007 was er een toename van 5 procent. In de afgelopen vier jaar zijn de investeringen in duurzame energie verviervoudigd. Om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen zouden de investeringen in 2020 moeten zijn opgelopen tot 500 miljard dollar, aldus het UNEP-rapport.

Belangrijk daarvoor zal de klimaatconferentie zijn die eind dit jaar in Kopenhagen wordt gehouden. Als het tot een serieus klimaatakkoord komt, zal dat de investeringen in duurzame energie verder aanwakkeren.

De UNEP constateert dat de belangrijkste drijfveren voor duurzame energie ongewijzigd zijn. Dat zijn klimaatverandering, energiezekerheid, uitputting van fossiele brandstoffen en technologische doorbraken. (Bron: NRC)