In een open brief aan de Nederlandse bevolking roepen prominente Nederlanders op tot een ander debat over ontwikkelingssamenwerking. Nog steeds leven wereldwijd 1,4 miljard mensen in schrijnende armoede. In plaats van de hoogte van de hulp ter discussie te stellen, roepen zij op om het debat te voeren over de vraag hoe we een einde kunnen maken aan de armoede in de wereld. Hun boodschap is helder: de economische crisis mag geen argument zijn voor rigoureuze bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking.
En dan is er ook nog de klacht dat een te groot percentage van de hulp opgaat aan bureaucratie; veel geld zou verdwijnen in de zakken van corrupte regimes in ontwikkelingslanden.
Het debat zou dus eigenlijk moeten gaan over de vorm en de effectiviteit van ontwikkelingssamenwerking en de verantwoordelijkheid van Nederland richting de armste mensen in de wereld. Maar in plaats daarvan spitst het zich toe op het afschaffen of verlagen van ontwikkelingsbudgetten. De critici willen het geld in tijden van crisis liever inzetten voor de bestrijding van (armoede)problemen in Nederland.
Op deze manier dreigt de discussie de allerarmsten in ontwikkelingslanden te benadelen, met argumenten die volkomen voorbij gaan aan de mondiale armoedeproblematiek en de ongelijke verdeling van de kansen die globalisering met zich meebrengt.
De cijfers liegen er niet om. Door de daling van de economische groei zijn er alleen in 2009 al 46 miljoen mensen bijgekomen die van minder dan 1,25 dollar per dag moeten rondkomen. Naar schatting zullen tussen nu en 2015 jaarlijks rond de 300 duizend méér kinderen sterven – in totaal misschien wel twee miljoen kinderen. Het aantal werklozen wereldwijd zal met ongeveer 40 miljoen stijgen. Het aantal werkende armen (werknemers die minder dan 2 dollar per dag verdienen) stijgt naar minstens 1,4 miljard. Tegelijkertijd klinkt in het Westen de roep om meer protectionisme.
Dat de crisis zo hard zal toeslaan in ontwikkelingslanden, zou niet moeten leiden tot een discussie over het bezuinigen op ontwikkelingssamenwerking, maar juist het startsein moeten zijn voor een discussie over de verantwoordelijkheid van het Westen en de zuidelijke elites ten opzichte van onschuldige slachtoffers. Een verantwoordelijkheid die Nederland ook altijd genomen heeft omdat het sinds jaar en dag een voortrekkersrol speelt bij armoedebestrijding en mensenrechtenschendingen.
Die voortrekkersrol moet Nederland behouden, maar tegelijkertijd is het hard nodig dat er een goed inhoudelijk debat komt over de effectiviteit van de hulp. Het beleid en de keuzes van overheid en ontwikkelingsorganisaties moeten ten allen tijde en juist ook nu ter discussie staan.
Het antwoord op armoede in de wereld is niet, zoals sommigen te gemakkelijk beweren ’het afschaffen van alle hulp’, maar het nemen van verantwoordelijkheid en samen met anderen werken aan oplossingen en verbeteringen. Dat gaat dan ook verder dan een debat alleen over ontwikkelingshulp.
Handel, migratie, bestrijding van corruptie, maatschappelijk verantwoord ondernemen, mondiale politieke verhoudingen, militaire interventies en klimaatverandering zijn allemaal thema’s waarover het debat zou moeten gaan. Daarin moeten wij, burgers en overheid, maar ook ontwikkelingslanden, onze verantwoordelijkheid nemen.
Vandaag is wat ons betreft het debat begonnen, in heel Nederland.
Ondertekenaars:
Jack van Ham – Algemeen directeur ICCO, Hans Eenhoorn – Professor voedselzekerheid en ondernemerschap WUR, Arjan Plaisier – Sriba Protestantse Kerk in Nederland, Tineke Lodders-Elfferich – Oud- voorzitter CDA, Tony van der Meulen – Schrijver en voorzitter lokaalmondiaal, Aad van den Heuvel – Schrijver en journalist, Joris Voorhoeve – Oud-minister van defensie en oud-fractievoorzitter VVD, Andrew Makkinga – Televisiepresentator, René Paas – Voorzitter CNV, Ineke Holtwijk – Journalist en schrijver, Jan Siebelink – Schrijver, Bas de Gaay Fortman – Hoogleraar Mensenrechten Universiteit Utrecht, Paul Hoebink – Hoogleraar Radboud Universiteit Nijmegen, Felix Meurders – Programmamaker, Hedy d’Ancona – Oud-minister PvdA, Eelco Fortuyn – Oprichter Fairfood, Hans Verploeg – Oud-secretaris NVJ en voorzitter Free Voice, Frank van der Linden – Directeur Fairfood, Tobias Reijngoud – Journalist, Stefan Verwer – Directeur lokaalmondiaal, Rajendre Khargi – Voorzitter Global Village Media, Ralf Bodelier – Journalist
juni 22nd, 2009 om
Het is inderdaad erg jammer dat hulp in gevaar komt tijdens de kredietcrisis. Hier mogen mensen in ontwikkelingslanden niet de dupe van worden. Misschien dat sommige vormen van ontwikkelingshulp effectiever zijn dan anderen, maar dit mag geen reden zijn de hulp te verminderen. noodhulp of hulp bij onderwijs of gezondheidszorg lijken me nuttige vormen van hulp. Daarnaast is eerlijke handel belangrijk. Zo krijgen mensen in ontwikkelingslanden de kans zichzelf uit hun armoede te helpen. Door meer producten met een fair trade keurmerk, zoals chocola, thee, rijst, noten of vruchtensap, te kopen bij supermarkten en wereldwinkels krijgen de productenten een loon waarmee ze ook de dokter en de school van hun kinderen kunnen betalen.
Ook komen mensen in ontwikkelingslanden financiele tegenslagen vaak moeilijk te boven. Daarom is het nuttig een deel van ons spaargeld te investeren in microkredieten via organisaties als oikocredit, asn bank of triodos bank. Met dit geld worden ook banken geholpen zodat mensen in ontwikkelingslanden in goede tijden kunnen sparen. Het geld van microkredieten kan meerdere malen gebruikt worden. Zo komt de economie in ontwikkelingslanden verder op gang.