Ja mensen, de vakantie staat voor de deur! Hierbij dan ook enkele gedachten van onze vrienden van de Bodhitv redactie over hun associaties, gevoelens en herinneringen aan vakanties.
Jacinta Aalsma: Shambalazomer
In de zomer van 2007 verbleef ik ruim zes weken in Dechen Chöling, het Boeddhistische Shambhala meditatiecentrum vlakbij Limoges (midden in Frankrijk). Het was mijn eerste directe ervaring met het Shambhala Boeddhisme en het Boeddhisme an sich.
Het was een ware openbaring om te ontdekken dat op het eerste oog militair gemarcheer en opdreuning van (voor mij) angstwekkende Engelse heilige teksten ook tot boeddhistische beoefening behoren. Ik nam deel aan het Youth Leadership Program van Dechen Chöling, waarin verschillende ontmoetingen met jongeren georganiseerd waren waarin gepraat werd over de toepassing van het boeddhisme in het dagelijks leven. Het was erg fijn om eerlijk en open je eigen overpeinzingen te delen met andere, gelijkgestemde jongeren. Ik kijk dankbaar terug op het werk wat ik daar heb uitgevoerd in de keuken en de kinderopvang. Een Amerikaanse vrouw leerde me wat macrobiotisch koken inhoudt en ik weet nu hoe je een groep jonge kinderen meditatie- en yogalessen kunt geven.
De belangrijkste les die ik heb overgehouden aan deze ervaring is dat Boeddhisme in zijn ruwste vorm eigenlijk heel basic en simpel kan zijn. In een gemeenschap kun je continu geconfronteerd worden met je eigen gedragingen en die van een ander. Mijn streven is om, waar ik ook ben, of dat nu op een wild feestje is of op een intensieve meditatietraining, trouw te blijven aan mijn Boeddhanatuur en mededogend naar mezelf en een ander te blijven kijken.
Mark de Jonge: Nooit meer vakantie
Vakantie is mooi, maar wat is het eigenlijk? Gevoelsmatige synoniemen zijn makkelijker te bedenken: zon, rust, genieten, opladen, vrij zijn. Op de redactievergadering zei iemand: ‘Waarom stoppen zoveel mensen al hun plezier in hun vakantie? Wanneer je zorgt dat je dat plezier het hele jaar door hebt, ben je toch slimmer bezig?’ Daar was geen speld tussen te krijgen en met die stelling kwam ik weer terug op een eerder aangestipte kwestie: waarom vinden zoveel mensen het moeilijk om van hun werk en andere verplichtingen te genieten?
Om ergens plezier in te hebben, of het nou om werk of vakantie gaat, is één ingrediënt onmisbaar, namelijk datgene dat geniet: de geest. Afhankelijk van hoe je je geest afstemt kun je, wat plezier betreft, bij een hoop baantjes een heel eind komen. Collega’s zijn belangrijk. Je bent met mensen onderling en daarin ligt de eindeloze potentie van plezier maken en een genietsfeer creëren. Grapjes over en weer, maar ook kleine gebaren, dingen waar je elkaar mee kunt helpen. Een lekkere kop koffie of thee voor iemand maken bijvoorbeeld.
Behalve ván meer te genieten, kun je natuurlijk ook meer intens genieten. Want, als genieten afhangt van je ‘state of mind’, dan moet het hypothetisch mogelijk zijn om uit steeds kleinere dingen geluk te halen, totdat je uiteindelijk van iedere ademhaling een intense gelukskick krijgt. Als dat je lukt, dan heb je geen vakantie meer nodig.
Chihiro Geuzebroek: Zon, zee en zaligheid
Neem een vakantie op en schudt de stress af. Nee, zo makkelijk gaat het niet (‘Geluk bestaat niet ergens buiten onszelf’). We kunnen wel een nieuwe situatie opzoeken, maar tenzij we onze houding van binnen veranderen en moedig onze problemen aangaan, groeit ons geluk niet werkelijk. Dat neemt niet weg dat reizen erg belangrijk is voor je spirituele groei. Zo heb ik van het Nichiren-boeddhisme geleerd dat het belangrijk is een ‘international mind’ te ontwikkelen: terwijl je jouw lokale cultuur koestert, de neiging afschudden om culturele verschillen te be- of veroordelen als ‘beter’ of ‘slechter’. Praten met mensen uit andere culturen hoort daarbij. Deze zomer neem ik vakantiedagen op om een studentencursus te volgen in Frankrijk, samen met Nichiren-boeddhisten uit dertig verschillende landen (!). Reizen is voor mij verbonden aan spiritualiteit.
Luc Carriere: Geleefde gouden dromen
Ik zing mee met de megahit ‘Jehova, you are the most high’ in een Ghanees taxibusje. Ik krijg ‘alhumdulillah’ meteen een lift in hartelijk Iran. Ik volg mijn gids Shiva door de meters Nepalese sneeuw, ondanks mijn hoofdpijn. Ik eet nog een bord knoflooksoep om hoogteziekte te voorkomen. De bus rijdt langs de afgrond de Indiase Himalaya uit. Ik dans in Montenegro telkens tien minuten, tot de elektriciteit weer uitvalt en iedereen juicht. Ik zie pas de laatste dag op dor Curaçao het wonder van kleur onder het wateroppervlak. Ik word teruggeroepen naar de kust omdat er een driehoekige vin uitsteekt boven het water. Een lieve dolfijn hapt naar mijn voeten. Nu zijn dit nog enkel schimmen, flarden van geleefde gouden dromen. Maar elke nacht baad ik een bad juwelen.
Guan Her Ng: Elke dag vakantie?
Vakantie is voor mij tot rust komen. Even de verantwoordelijkheden los kunnen laten. Maar vanuit een boeddhistisch perspectief is dit net als het leven van Prins Siddartha in het paleis. Is dit wel zo? Misschien is vakantie een activiteit die dagelijks zou kunnen terugkomen. Zou het niet goed zijn om elke dag een moment te hebben waarop je je verantwoordelijkheden kunt laten varen? Dit doet me denken aan de loopmeditatie. Ik herinner eerwaarde Chueh Hai zeggen: ‘We moeten het dagelijks leven vergelijken met het lopen”. Je trekt je been op, buigt je knie en enkel en zet je voet weer op de grond. Het optillen en loslaten van zaken zie ik terug in het dagelijks leven. Als we nou vakantie vergelijken met het loslaten, dan is vakantie een dagelijks fenomeen. We kunnen ook zien dat vakantie iets is wat we optillen en weer los moeten laten. Deze tweesplitsing brengt mij tot de volgende vakantiefoto. De foto is genomen in Kao Xiung, Taiwan. Dit is de poort naar het Fo Guang Shan hoofdkwartier, ‘The Non-Duality Gate’.
Mick Hartman: Vakantie‘werk’
Voor de meeste welvarende West-Europeanen (met een vaste baan) zijn werk en vakantie elkaars tegenpolen: werk is normaliter een verplichting, terwijl je als vakantieganger kan gaan en staan waar je wil. Ingeleverde tijd tegenover opgespaarde vrije tijd; moeten doen voor een ander versus iets voor jezelf ondernemen; zelfbeschikking na bezeten te worden. Is deze tweespalt in ons bestaan onwenselijk maar onontkoombaar, of is het toch haalbaar alle uren van onze dag te integreren in één en dezelfde, niets uitsluitende levenspraktijk? Alles wat ons overkomt, elk ogenblik, of dat nou onder het werk of tijdens de vakantie is, kunnen we potentieel ontvangen als een kans ‘om met onze geest te werken’, zoals vele boeddhistische leraren dat zeggen. In dit geval wordt met ‘werken’ bedoelt: observeren, ontdekken, ontwikkelen. Als we dat als ons eerste beroep verwelkomen, zal het scherpe contrast tussen vakantie en werk vervagen.
Natuurlijk is het goed om werk te zoeken dat je bevalt, waarin je kunt groeien en dat je zinvol vindt. Voor een boeddhist gaat de training van het bewustzijn daar idealiter echter aan vooraf. Beoefening van de dharma (het boeddhistische pad) is noch werk noch vakantie, het is ons hele leven, niet slechts delen van de dag of delen van het jaar. Dat is de prijs van heelheid.
Happy continuation!
Reageer op dit bericht