Wanneer ons consumptie gedrag onder de loepe genomen wordt en de conclusie is dat we op deze manier niet verder kunnen, wordt steeds moeilijker om de andere kant op te kijken. En zeker wanneer het om onze garderobe gaat. Dit werd overduidelijk na een bezoek aan de tentoonstelling ‘Fair Fashion?’ van het Nordiska Museet in Stockholm, Zweden. De mode veranderd snel en natuurlijk willen we niet onderdoen voor onze omgeving. Maar toch is het tijd om echt bij onszelf en onze kleerkast stil te staan en om meer bewuste keuzes te maken.

Voor amper vijf euro kun je al leuke t-shirtjes kopen bij alle grote modeketens. Die worden dan vervolgens maar enkele keren gedragen en daarna vervangen door andere en nieuwere ‘wegwerp’ mode. Maar bij deze lage prijs staan we verder niet stil. Het is zeer waarschijnlijk dat deze kleren in ‘sweatshops’ gemaakt werden. Maar hebt u al eens verder nagedacht bij de gebruikte materialen? Katoen is de meest gebruikte stof ter wereld. Bij het telen ervan in ontwikkelingslanden worden enorme hoeveelheden chemische meststoffen en pesticiden gebruikt. Het zijn onder andere stoffen die ook in de Vietnam oorlog ingezet werden. Deze komen onmiddelijk in de waterlopen en het drinkwater van de lokale bevolking terecht. Ook in het verdere verwerkingsproces van de balen katoen is schadelijk voor de omgeving. Om de stof te kleuren wordt verf gebruikt met zware metalen, waarna ook weer veel water nodig is om de kleren te wassen en dat vervolgens ongezuiverd in de waterlopen geloosd wordt.

Gelukkig worden steeds meer grote merken en ook consumenten zich ook bewust van dit fenomeen. Klanten lezen hoe langer hoe meer over de voordelen van bijvoorbeeld biologisch katoen dat, naast natuurlijk de verbeterde levenskwalitet van de telers, minder kans geeft op allergische reacties van de dragers op de schadelijke stoffen. Bij H&M bijvoorbeeld zijn ze al sinds 2004 bezig met biologisch katoen voor bepaalde stukken van de kinder collectie en sinds 2007 ook voor alle andere collecties. Gelijkdelijk aan mengen ze steeds meer biologisch katoen met conventioneel geteeld katoen. De bedoeling is dat zij hun vraag aan biologisch katoen doen toenemen en zodoende telers te motiveren om een investering te doen in biologische teelt. Dit jaar word verwacht dat ze zo’n 3000 ton biologisch katoen zullen gebruiken, een enorme toename tegenover de 30 ton die gebruikt werd in 2006. Alle kledingstukken die biologisch katoen bevatten krijgen het label “Organcic Coton”. De keten is van plan de komende vijf jaar de hoeveelheid biologisch katoen nog ieder jaar te doen toenemen met 50 procent. Maar omdat de overgrote meerderheid van de katoen teelt in de wereld nog op de conventionele manier gebeurd, wil de keten naast investeren in biologisch katoen ook de traditionele methode verbeteren, met behulp van het ‘Better Cotton Initiative’ (BCI), een initiatief van onder andere het WWF. Deze organisatie zet zich in om de negatieven sociale en ecologische gevolgen van de traditionele teelt te verminderen, door onder andere criteria op te leggen waaraan de pesticiden en meststoffen moeten voldoen.

Levi’s Eco is de groene lijn van het jeansmerk. De populaire blauwe broeken worden gemaakt van 100 procent biologisch katoen of gerecicleerd katoen. De rode tab aan de rechter achterzak wordt vervangen door een groene maar verder zijn de vele snits en wassingen van de gewone lijnen ook in de eco lijn verkrijgbaar.
‘Respect for people and nature’ is de groene collectie van Jackpot. De stukken van deze lijn bestaan uit 100 procent biologisch geteelde katoen. Verder maakt het merk deel uit van de ‘Made-By’ groep, herkenbaar aan de blauwe ‘Made-By’ knoop op het label van het kledingstuk. Made-By controleert de organische telers, de spinners, de wevers en de plaats waar de stoffen geverfd worden, alsook de naaialteliers, zodat van start tot finish de stukken op een duurzame manier gemaakt worden. ‘Track & Trace’ maakt het voor de consument mogelijk om op internet de levenscyclus van zijn kledingstuk te volgen, wat de transparantie van het productieproces ten goede komt. Ten slotte brengt het merk vier keer per jaar een t-shirt uit voor het goede doel. Van de inkomsten worden katoen telers geholpen. Zo is er ondertussen onderwijs, infrastructuur en medische hulp gerealiseerd. Het laatste project was een rijst molen en opslagplaatsen voor rijst en linzen die ook gekweekt worden. Hierdoor kunnen de boeren en betere prijs onderhandelen voor hun producten en worden ze voorzien van een degelijk inkomen.

Meer nog dan in de textiel industrie is de trend van organische verzorginsproducten al een tijdje aan een opmars bezig. De meeste mensen vinden het idee van chemische stoffen op hun gezicht te smeren steeds weerzinwekkender. Op planet green vindt je heel veel tips om je hele leven groener te maken, ook je beauty rituelen. Verschillende merken zoals ‘The Body Shop’ gebruiken natuurlijke ingrediënten, waar een eerlijke prijs voor betaald werd en gerecycleerde verpakkingen. ‘Aveda’ promoot zijn verpakkingen van een liter in plaats van meerdre kleine flesjes om plastic te sparen. Dit zijn maar enkele voorbeelden van de vele kleine initiatieven die toch al een heel verschil kunnen uitmaken.

Lysanne Van Dorsselaer