181 van de grootste investeerders ter wereld, samen goed voor een portefeuille van 13 biljoen dollar, hebben een dringende oproep gelanceerd aan het adres van Amerikaanse en internationale beleidsmakers. Ze verwachten van de politiek een duidelijk klimaatbeleid en benadrukken de “dringende nood aan een internationaal klimaatverdrag.”

De oproep werd ondertekend in het kader van het Internationale Forum van Investeerders rond Klimaatverandering in New York. “Ongebreidelde klimaatverandering vormt een bedreiging voor de wereldwijde economie”, zei de Lord Nicholas Stern, Brits econoom en hoofdspreker op het forum. “De opbouw van een groene economie daarentegen biedt opportuniteiten voor investeringen in nieuwe technologieën die onze samenleving kunnen veranderen op dezelfde manier als de spoorwegen dat in het verleden hebben gedaan.”

Alle sprekers op het forum zijn het ermee eens dat de opbouw van een groenere economie investeringskansen biedt, maar dat daarvoor ook duidelijke beleidskeuzes nodig zijn. Ze pleiten daarom voor een stevig klimaatakkoord in Kopenhagen waar een prijs gezet moet worden op de uitstoot van broeikasgassen.

“We moeten een nieuwe koers uitstippelen naar duurzame zakenpraktijken op lange termijn”, zei Thomas DiNapoli, gastheer en hoofd van het pensioenfonds van New York dat 116,5 miljard in de portefeuille heeft. “We mogen niet treuzelen als het op de klimaatverandering aankomt. Ik ben erg bezorgd om het risico dat de klimaatverandering voor investeerders met zich meebrengt, en de menselijke kost van nietsdoen is onvoorstelbaar. De klimaatverandering vormt een ernstig risico voor de wereldeconomie.”

Ambitieus
De oproep van de investeerders pleit voor een klimaatverdrag dat reductiedoelstellingen vastlegt van 50 tot 85 procent tegen 2050. Ze volgen daarmee de aanbevelingen van de duizenden klimaatwetenschappers van het Intergovernmental Panel for Climate Change (IPCC).

Die zijn ervan overtuigd dat daarmee de opwarming van de aarde beperkt kan worden tot 2 graden Celsius tegen 2100 en dat zo de ergste gevolgen van de klimaatverandering afgewend kunnen worden.

Ontwikkelde landen moeten volgens de investeerders de grootste duit in het zakje doen, met reductiedoelstellingen van 80 tot 95 procent tegen 2050 en interimdoelen van 25 tot 40 procent tegen 2020.

De overheden moeten volgens de investeerders de ontwikkeling van technologie ondersteunen op het vlak van energie-efficiëntie en uitstootbeperking. Ze moeten strenge en eerlijke uitstootrechten toekennen, de ontbossing wereldwijd terugdringen en aanpassingsmaatregelen steunen als voorbereiding op onvermijdbare klimaatgevolgen. (IPS)