De Europese Unie kan de uitstoot van broeikasgassen praktisch zonder kosten met 30% reduceren. Door alle energieverbruikende apparatuur aan het eind van de levensduur simpelweg te vervangen door technologie met een lage uitstoot van kooldioxide (CO2) kan de totale emissie in de EU binnen twee decennia bijna worden gehalveerd. De rekening daarvoor wordt gecompenseerd door lagere energiekosten.
Dat is de conclusie van SERPEC-CC (Sectoral Emission Reduction Potentials and Economic Costs for Climate Change), een omvangrijke studie naar 650 technologieën in tien sectoren van de economie. Coördinatie van de studie lag in handen van Ecofys, een adviesbedrijf in duurzame energie en klimaatverandering. De studie wordt gepubliceerd aan de vooravond van de Europese Raad in Brussel, waar staatshoofden zullen discussiëren over Europese klimaatdoelstellingen.
Een van de aannames in SERPEC is dat ‘koolstofarme’ technologieën worden toegepast bij elke vernieuwing of renovatie in fabrieken, elektriciteitscentrales, gebouwen, auto’s, vrachtwagens of elektrische apparatuur. SERPEC concludeert dat de potentiële uitstootreductie in de EU 2020 30% (ten opzichte van 1990) bedraagt en 45% in 2030. Bijgaande grafiek laat zien welke van deze technologieën geld opleveren of kosten. De twee categorieën heffen elkaar op, zodat de transitie netto kostenneutraal kan plaatsvinden.
Bart Wesselink, SERPEC projectleider bij Ecofys, zegt:
“De sleutel om deze doelstellingen te halen ligt in verandering van gedrag. Bedrijven en personen kiezen nieuwe apparatuur vaak uit op grond van de hoogte van de begininvestering, maar zij denken dan alleen maar aan de korte termijn. Koolstofarme technologieën betalen zichzelf terug tijdens hun levensduur en besparen op de lange termijn geld.”
“Aan de vooravond van de Europese Raad laten deze resultaten zien hoe een 30% doelstelling binnen bereik ligt. Om dit te behalen is politiek leiderschap nodig en de wil om hogere startinvesteringen te doen. Daar krijgen we een koolstofarme economie voor terug die ons praktisch niets kost.”
Reageer op dit bericht