We zijn nauwelijks begonnen aan de omschakeling van gloeilampen naar spaarlampen, of er is al een nieuwe kaper op de kust: de nanovezellamp bevat geen giftige stoffen, is veiliger en geeft een warmer, aangenamer licht dan spaarlampen.
De spaarlamp of “compacte fluorescentielamp” (CFL), is een zegen voor het milieu in vergelijking met een traditionele gloeilamp. De lamp heeft een veel lager energieverbruik en gaat vier tot tien keer langer mee. Maar ze heeft ook nadelen: veel mensen ervaren het licht als minder aangenaam, de lampen springen niet meteen aan en zijn ook wat duurder. Het grootste nadeel voor het milieu is dat ze een giftige kwikdamp bevatten, waardoor ze niet bij het gewoon afval kunnen.
De nanovezellamp lost die problemen stuk voor stuk op. De lamp werd ontwikkeld door RTI International met steun van het Amerikaanse ministerie van Energie. De lamp is net als CFL’s veel zuiniger dan een gloeilamp, maar bevat geen giftige stoffen. De nanovezels zijn dunner dan een menselijk haar en geven een warm wit licht op basis van een LED-lampje. De vezels optimaliseren het licht van de LED en genereren op die manier 55 lumen per watt, waardoor ze vijf keer zuiniger zijn dan een gloeilamp. De lamp bevat geen gas of glas, waardoor ze ook veiliger is dan haar voorgangers.
De lancering van de lamp is echter nog niet voor morgen. De lamp bevindt zich nog in de testfase en zal volgens de fabrikant ten vroegste over drie tot vijf jaar in de winkelrekken liggen. (IPS)
Reageer op dit bericht