Het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) pleit voor een haveneiland op zee om van daaruit beter onderhoud te kunnen verrichten aan windmolens. Via de stichting Heden (Haveneiland Duurzame Energie Noordzee), waarin ook bedrijven vertegenwoordigd zijn, is hiermee een begin gemaakt door bij de overheid te beginnen met de procedure voor milieuvergunningen.
Met het eiland is naar verwachting een investering gemoeid van 800 miljoen tot 1miljard euro. Voorzitter Chris Westra van de stichting Heden zegt dat jaarlijks honderden miljoenen aan kosten te besparen zijn door wat hij noemt een ,,schuilhut” op zee. De stichting heeft een zogeheten startnotitie ingediend in het kader van de milieueffectrapportage.
Het gaat om drie locaties op afstanden van 80 tot 200 kilometer uit de kust. Een daarvan is ten noorden van de Waddenzee en de gedachte is dat ook Duitse windmolenparken daarvan gebruik kunnen maken. Een tweede locatie, zo’n 200 kilometer uit de kust, zou ook interessant kunnen zijn voor windmolenparken die nu nog ,,bediend” worden vanaf de Britste kust. De derde locatie ligt zo’n 80 kilometer uit de kust van IJmuiden. Chris Westra hoopt dat op een van die locaties tussen 2015 en 2020 een haveneiland zal verrijzen.
Het kabinet heeft de ambitie om in 2020 zo’n 20 procent van de energie in ons land duurzaam op te wekken. Om dat te bereiken zal ruim 35 procent van de elektriciteit duurzaam moeten worden opgewekt. Nu is dat nog 9 procent. Die groei zal niet te verwezenlijken zijn zonder grote windparken op zee.
Volgens Jos Beurskens van het ECN gaat het bij windmolens op zee niet om een vergrote versie van windmolens op land. De wieken van de nieuwste generatie windmolens op zee bestrijken een oppervlakte van twee voetbalvelden. De palen waarop de windmolens zijn gebouwd, krijgen enorme krachten te verwerken. De wieken van dergelijke molens hebben beweegbare delen, die inspelen op de windsnelheid, vergelijkbaar met de vleugels van vogels.
Investeren in windmolens op zee is voor bedrijven een onzeker avontuur. Aan de molens moeten de nodige reparaties en het nodige onderhoud worden verricht. De weersomstandigheden op zee maken dat vaak uitermate moeilijk. De TU Delft heeft al een vaartuig ontwikkeld, waarvan het dek niet meeschommelt met de golven en dat daardoor geschikt is voor dit werk. Dat neemt niet weg dat veel bedrijfstijd van windmolens verloren kan gaan, als niet snel tot een reparatie of onderhoud kan worden overgegaan. Daarom zitten bedrijven graag dichtbij de windmolens die op tientallen kilometers afstand van de kust komen. Een nieuw haveneiland is daarbij een welkome springplank.
In de stichting Heden werken ECN en TNO samen met bedrijven, waaronder baggerbedrijf Van Oord, bouwer Ballast Nedam en Tennet, de beheerder van hoogspanningsnetten. (ANP)
Reageer op dit bericht