De donatie van Soros’ Open Society-instituut zal in de loop van tien jaar worden uitgekeerd. Het is de eerste in een serie grote donaties, zei de 80-jarige Soros dinsdag in een gesprek met The New York Times. „Ik ben bang dat de Verenigde Staten hun morele gelijk zijn kwijtgeraakt onder de regering-Bush, maar de principes die Human Rights Watch promoot hebben hun universele geldigheid niet verloren”, zei de investeerder. „Dus om effectiever te zijn, denk ik dat de organisatie internationaler moet zijn, en minder Amerikaans.”

De miljardair van Joods-Hongaarse afkomst heeft niet eerder zo’n grote donatie gedaan aan een non-gouvernementele organisatie. ‘Human Rights Watch is een van de meest effectieve van de organisaties die ik steun’, zei hij.

HRW beschikte tot nu over een jaarlijks budget van 48 miljoen dollar. De organisatie wil het extra geld gebruiken om kantoren te openen in landen waar de mensenrechtensituatie ver onder maat is, vooral in opkomende machten op het zuidelijk halfrond.

Uiteindelijk wil de organisatie 120 medewerkers toe te voegen aan haar staf van 280 mensen. Dat zijn niet alleen onderzoekers, maar ook medewerkers die het onderzoek onder de aandacht moeten brengen. „Nu proberen we nog vooral westerse hoofdsteden te beïnvloeden”, zegt HRW-directeur Kenneth Roth. „We willen onze invloed in opkomende machtscentra, zoals Brazilië, India en China, vergroten. Want een land als Zuid-Afrika heeft meer invloed op Zimbabwe dan de EU of de VS. We zijn effectiever als we internationaler opereren.”

Soros verdiende een groot deel van zijn fortuin in 1992, toen het Britse pond werd losgekoppeld van andere Europese munten en hij speculeerde op een waardedaling van het pond. Zakenblad Forbes schat dat hij een vermogen heeft van elf miljard euro. (ANP)