Het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan is de afgelopen tien jaar iets schoner geworden. Dat komt onder meer doordat er veel minder vervuilende stoffen, zoals olie, kwik en lood, in het zeewater zijn terechtgekomen. Wel moet er nog einde komen aan de overbevissing en het verlies van biodiversiteit.

Dat staat in een donderdag gepresenteerd rapport van de Ospar-commissie, die de kwaliteit van het zeewater tussen de Azoren en de Noordpool onderzoekt. De commissie is een samenwerkingsverband van vijftien landen in West-Europa, waaronder Nederland.

De auteurs waarschuwen vooral voor verzuring van de zeeën, waardoor dieren kwetsbaarder worden. In de Noordzee is de visstand wel iets verbeterd. Een bron van zorg is afval in het water. Zo werd bij 90 procent van de onderzochte stormvogels plastic aangetroffen in de maag. (ANP)