De ‘Right Livelihood Award’, ook gekend als de alternatieve Nobelprijs, heeft zijn laureaten van 2010 bekend gemaakt. Milieu- en mensenrechtenorganisaties uit Nepal, Nigeria, Brazilië en Israël kwamen als winnaars uit de bus.
De winnaars zijn de Nigeriaan Nnimmo Bassey, voorzitter van Friends of the Earth International, de Oostenrijks-Braziliaanse bisschop Erwin Kraeutler, de Nepalees Shrikrishna Upadhyay voor zijn inzet voor voedselzekerheid en Dokters voor Mensenrechten uit Israël. De winnaars verdelen onder elkaar een geldprijs van 200.000 euro.
‘Échte verandering begint aan de basis’
Het was de Zweeds-Duitse activist Jakob von Uexhull die in 1980 het idee van de Right Livelihood Award lanceerde. Volgens hem bestaan er vele nobele initiatieven die volledig genegeerd worden door de officiële Nobelprijzen. ‘Onze stelling is dat er mensen en organisaties bestaan over de hele wereld die tenminste evenveel waardering en aandacht verdienen als de officiële Nobelprijswinnaars’, aldus von Uexhull.
Na de beslissing van de jury stelde Jakob von Uexhull: ‘Echte verandering start aan de basis. Artsen die niet wachten op politici alvorens over te gaan tot actie; dorpelingen die zichzelf emanciperen uit armoede; milieu-organisaties die de slachtoffers van ecologische verwoesting bijeenbrengen; welgemikte belangenbehartiging van inheemse volkeren: de laureaten van de Right Livelihood Awards zijn ook dit jaar weer rolmodellen, wiens werk en engagement een voorbeeld is voor de globale samenleving.’
Nnimmo Bassey: ‘leave the oil in the soil’
De 42-jarige Nnimmo Bassey is directeur en mede-oprichter van Environmental Rights Action in Nigeria (ERA, ook gekend als Friends of the Earth Nigeria). De organisatie eerde hem voor zijn strijd tegen de praktijken van de multinationale ondernemingen in zijn land, en de desastreuze ecologische gevolgen van deze praktijken. Bassey geldt door zijn jarenlange strijd als één van Afrika’s toonaangevende verdedigers en campagnevoerders voor het milieu en voor de mensenrechten.
ERA kent momenteel zes belangrijke actiegebieden. Dit zijn klimaatrechtvaardigheid en justitie, voedselsoevereiniteit, economische rechtvaardigheid, bossen en biodiversiteit, toegang tot water en de strijd tegen mijnbouw en olie- en gasontginning.
De belangrijkste focus van de organisatie gaat uit naar olie en de enorme ravage die olie aanricht binnen Nigeriaanse gemeenschappen, maar ook binnen de buurlanden van Nigeria. Volgens Bassey zijn er jaarlijks tenminste 300 olielekken in de Nigerdelta als gevolg van roestende pijpleidingen en andere kapotte infrastructuur. Hij is er van overtuigd dat de kosten van de olieproductie veel groter zijn dan de voordelen.
Bassey en ERA hebben al meermaals rechtszaken aangespannen tegen verschillende oliebedrijven. De organisatie geeft ook juridische ondersteuning aan getroffen gemeenschappen en tracht de gemeenschappen wereldwijd te mobiliseren om zich te verzetten tegen destructieve olie- en gasontginningsactiviteiten.
‘We zien grote inspanningen om de olielekken te stoppen in de VS. Maar in Nigeria negeren bedrijven hun lekken, kijken zij de andere kant op en vernietigen zij de omgeving en het ecosysteem van de lokale bewoners. De olielek in de Mexicaanse golf kan gezien worden als een metafoor voor de dagelijkse gebeurtenissen in de olievelden van Nigeria en andere delen van Afrika,’ stelt Bassey.
Erwin Kraeutler: bevrijdingstheoloog met een hart
De 71-jarige Katholieke Bisschop Erwin Kraeutler werd geprezen voor zijn levenslange strijd voor ecologische rechten en mensenrechten van inheemse volkeren in Brazilië en voor zijn ‘onvermoeibare inzet voor bosbeheer van het Amazonewoud’, aldus de jury
Kraeutler speelt een belangrijke rol in het protest tegen de plannen voor de bouw van Belo Monte. Deze stuwdam op de Xingu-rivier zou de op twee na grootste hydro-electrische vestiging ter wereld worden. De dam zou een gebied van 1.000 vierkante km bossen vernietigen, een derde van de hoofdstad Altamira onder water zetten en een meer van 500 vierkante km creëren met stilstaand, door muggen geïnfecteerd water. Dit zou het leven in de rest van de stad bijna ondraaglijk maken.
Kraeutler heeft zich steeds onvermoeid ingezet voor het Xingu-volk. Onder de talloze projecten die hij heeft opgestart behoren de bouw van huizen voor armen, de oprichting van scholen, het bouwen van voorzieningen voor moeders, zwangere vrouwen en kinderen, noodhulp, juridische bijstand, en het werk rond landrechten van boeren. Kraeutler lobbyde ook gedreven én succesvol voor de opname van rechten voor inheemse volkeren in de Braziliaanse grondwet in 1980.
Kraeutler is binnen zijn werk sterk beïnvloed door de leer van de bevrijdingstheologie. Hij gelooft sterk dat een Christen de kant van de onmachtigen moet nemen en moet strijden tegen de onderdrukkers.
Shrikrishna Upadhyay: ontwikkeling vanuit de basis
De jury loofde de 65 jaar oude Upadhyay en zijn organisatie SAPPROS (Support Activities for Poor Producers of Nepal) voor zijn persistente strijd tegen armoede in Nepal, ‘zelfs onder de voortdurende dreiging van politiek geweld en instabiliteit’.
Uphadhyay is een Nepalees ontwikkelingswerker op het veld die meer dan een miljoen mensen in landelijk Nepal in staat gesteld heeft op te komen voor de verbetering van hun levensomstandigheden. Doorheen zijn werk heeft hij aangetoond dat armoede uitgeroeid kan worden wanneer de armen zich mobiliseren en organiseren.
Upadhyay kwam tijdens zijn loopbaan bij verschillende overheidsorganen tot de conclusie dat ontwikkeling van bovenaf opgelegd niet functioneert. ‘De armen moeten behandeld worden als subjecten, en niet als objecten van ontwikkeling. Organisaties moeten opgebouwd zijn door processen van sociale mobilisering’, stelt Uphadhyay. Hijzelf is dan ook een groot voorstander van lokaal zelfbestuur.
Via verschillende programma’s van SAPPROS hielp Upadhyay water-voorzieningssystemen, landelijke infrastructuur, gezondheidsvoorzieningen en scholen in twaalf verschillende districten in Nepal opbouwen. Hij startte ook kredieten voor microsystemen op ter ondersteuning van lokale gemeenschappen en steunde alfabetiseringscampagnes. SAPPROS heeft 2.434 kredietgroeperingen en 273 coöperatieven opgericht met een ledental van 1,3 miljoen mensen, waarvan 40% vrouwen.
‘Upadhyay stond reeds vele jaren op de lijst van mogelijke winnaars. Het was tijd dat hij erkend zou worden op basis van de schaal en de hoeveelheid van alle dingen die hij reeds heeft gedaan’, meende von Uexkull.
PHRI: gezondheidszorg zonder grenzen
Physicians for Human Rights Israel kreeg de prijs naar aanleiding van haar ‘ontembare spirit in haar strijd voor gezondheidszorg voor alle mensen in Israël en Palestina’.
PHRI is een organisatie van Israelische en Palestijnse dokters die voorvechters zijn van het recht op gezondheidszorg in Israël en de Palestijnse bezette gebieden. PHRI lobbyt bij de Israëlische staat voor gelijke toegang tot het recht op gezondheidszorg, ongeacht juridische status, nationaliteit, etniciteit of geloof.
Dokter Ruchama Marton richtte PHRI in 1988 op, samen met Israëlische en Palestijnse dokters, naar aanleiding van de start van de Intifada. Zij waren ervan overtuigd dat elke persoon recht had op gezondheidszorg in de breedste zin van het woord.
De activiteiten van PHRI zijn een mengeling van gezondheidszorg en sensibiliserings-campagnes ten behoeve van benadeelde volkeren, en het voeren van campagne tegen bureaucratische obstakels voor deze volkeren om toegang te krijgen tot openbare gezondheidsdiensten. Tevens klaagt PHRI het repressieve politieke beleid aan, dat volgens hen in de eerste plaats verantwoordelijk is voor de huidige situatie.
Na de Israëlische aanvallen in Gaza in 2008 besliste PHRI haar mobiele kliniek ook naar Gaza en de Westelijke Jordaanoever te verplaatsen. Deze mobiele klinieken zorgden ervoor dat tussen januari en juni 2010 5620 Palestijnen konden genieten van medische zorg.
‘De grootste drijfveer van PHRI is om te vechten tegen onrecht dat het gevolg is van menselijk gedrag, veel meer dan het louter genezen van ziektes veroorzaakt door virussen of microben.’, aldus de organisatie.
De RLA prijs wordt uitgereikt aan de vier winnaars tijdens een ceremonie op het Zweedse Parlement op 6 december, vier dagen voor de uitreiking van de Nobelprijzen (Bron: MO)
Reageer op dit bericht