Je hoeft geen professioneel atleet te zijn om te genieten van de voordelen van intervaltraining waarbij je snelle en trage activiteit afwisselt, waardoor je je lichaam de kans geeft zich te herstellen.
Intervalwandelen gedurende meer dan 20 minuten om de dag zet je je metabolisme in een hogere versnelling zodat je meer calorieën verbrandt in een kortere periode dan wanneer je sport aan hetzelfde ritme. Met intervaltraining geldt ook dat hoe intensiever de lichaamsbeweging is, hoe langer je achteraf calorieën verbrandt, zelfs nadat je stopte met sporten.
Daarom zeven tips om je te helpen het meeste uit je wandelsessie te halen:
– Draag schoenen die je de juiste steun geven, zoals wandel- of loopschoenen. Vermijd katoenen sokken en kies voor een synthetische stof. Deze houden het vocht tegen en houden je voeten droog en blaarvrij.
– Begin elke sessie met een korte wandeling aan een trage of gemiddelde pas. Dit maakt mogelijk om je spieren op te warmen voor je aan je interval begint.
– Let op een goede houding tijdens het wandelen. Span je buikspieren op, hou je borst recht en je kin parallel met de grond, anders krijg je nek- en rugpijn.
– Draag een horloge of stopwatch zodat je de tijd kan bijhouden, zodat je het aantal intervals per sessie kunt bijhouden.
Onthoud dat een beetje doen beter is dan niets. Doe eerst wat je kan, vervolgens moet je dit gradueel vermeerderen, zowel wat intensiteit als afstand betreft. (ep)
Reageer op dit bericht