Politicoloog Sami Zemni, die aan de Gentse universiteit de onderzoeksgroep ‘Noord-Afrika en Midden-Oosten’ coördineert, en zoon van een Tunesische vader, wil niet beweren dat hij het allemaal heeft zien aankomen. Maar het verbaasde hem ook niet echt.
“In 2008 waren er in verschillende landen al betogingen, wekenlange stakingen, en zelfs regelrechte veldslagen met de ordediensten. Onderzoekers die terugkwamen uit Egypte, Jordanië en Marokko signaleerden een toenemende polarisatie, die ook de middenklasse in beweging bracht.”
Terwijl het toch leek alsof in de Arabische wereld alles vastgeroest was en er nooit iets veranderde.
Zemni: De opstanden in de Arabische wereld zijn voor mij onlosmakelijk verbonden met het neoliberale economische beleid dat ook daar de voorbije decennia is gevoerd, met veel privatiseringen en financiële deregulering. Dat veroorzaakte grote spanningen, niet alleen tussen stad en platteland – die tegenstelling was er altijd al – maar nu ook binnen de steden zelf.
In februari 2010 kregen Tunesië en Egypte voor hun economische politiek nog felicitaties van het Internationaal Monetair Fonds: ga zo door!
Zemni: Dat was vooral gebaseerd op de simpele aanname dat economische groei de hele bevolking ten goede zou komen. Een groei van 5 tot 8 procent per jaar – dat zijn percentages waar wij in het Westen alleen maar kunnen van dromen – is natuurlijk indrukwekkend, maar in de praktijk betekende het alleen dat de rijken rijker en de armen armer werden. Een systeem dat haaks staat op het ontwikkelingsmodel dat eraan voorafging. De meeste Arabische staten vonden het altijd hun taak om mensen massaal aan werk te helpen en basisbehoeften te subsidiëren. Onderwijs in Tunesië was bijvoorbeeld zo goed als gratis. Maar dan ben je hoogopgeleid en vind je geen werk, dan ben je diplomé chômeur. En dat leidt tot wanhoop en frustratie.
Intussen komt ayatollah Khomeini weer spoken. Nogal wat mensen vrezen een herhaling van het scenario dat zich na de Iraanse revolutie in 1979 voltrokken heeft, met als uitkomst een theocratie.
Zemni: Ik begrijp dat niet goed. Alsof er tussen het sjiitische Iran – een Perzisch land, met een zeer specifieke vorm van de islam – en de overwegend soennitische Arabische wereld geen verschil bestaat. Alsof er tussen 1979 en 2011 niets veranderd is en de tijd heeft stilgestaan. De generatie die nu in de hele Arabische wereld protesteert, is grotendeels nog wel gelovig, maar ze heeft veel geleerd uit het falen van de klassieke politieke islam. Het oude islamisme is over zijn hoogtepunt heen. Veel jongeren zien de islam nog wel als een moreel kader voor hun persoonlijk leven, maar ze beschouwen het steeds minder als een basis voor hun politieke identiteit. Hun eisen zijn seculier: vrijheid en democratie.
U bent dus niet bang dat deze revolutie gekaapt wordt door islamitische fundamentalisten?
Zemni: Wat er nu in de Arabische wereld gebeurt, moet voor gewelddadige groeperingen als Al-Qaeda een nachtmerrie zijn. Ze staan schaakmat. Er is de voorbije weken gebleken dat ze geen sociale basis en geen politiek project hebben. Dat betekent niet dat er geen veiligheidsprobleem meer is. Maar iedereen heeft nu kunnen zien dat achttien dagen van vreedzaam, maar standvastig protest meer resultaat hebben gehad dan decennia van terreur. (Bron: Piet Piryns en Hubert van Humbeeck / Knack / Foto: AFP/GETTY)
Reageer op dit bericht