Kan Syrië een van de volgende landen zijn in de huidige Grote Arabische Revolutie? Veel analisten denken van niet, maar zij gaan voorbij aan het feit dat de gebeurtenissen van de afgelopen dagen in het land ongekend zijn.
Op 15 maart, de Syrische Dag van de Woede, zoals een Facebook-groep het noemde, gingen honderden mensen de straat op in de hoofdstad Damascus.
Op 17 maart, de ‘Dag van de Waardigheid’, protesteerden honderden Syriërs in Homs, Aleppo, Daraa en de kuststad Banias. In Daraa, een zuidwestelijke stad aan de Jordaanse grens, sloot het regime de stad af in een poging de zich verspreidende onrust te smoren.
Geen weg terug
Vergeleken met Tunis, Cairo, Manama, Sanaa en Tripoli, waar duizenden en soms miljoenen, mensen de straat opgingen, lijken de aantallen in Syrië laag. Daarbij moet echter aangetekend worden dat wat nu in Syrië gebeurt, niet eerder is voorgekomen. Syrië kende wel demonstraties in de afgelopen decennia, maar daarin speelden aanhangers van het regime een belangrijke rol.
Dat Syriërs in het openbaar vrijheid en waardigheid eisen, is eenvoudigweg ongekend: elke Syriër begrijpt dat dit een uitdaging is van de ooit in steen gebeitelde status quo. Een veertig jaar oude rode lijn is gepasseerd en er is geen weg terug.
Sommigen beweren dat Syrië immuun is voor onrust omdat het land een populaire president heeft, een jonge idealist die een ‘hervormingsagenda’ introduceerde en van wie algemeen wordt aangenomen dat hij de sentimenten op straat aanvoelt als het gaat om buitenlandse politiek. Anderen beweren dat de revolutie Syrië zal passeren omdat de sociale en economische omstandigheden in het land draaglijker zijn dan in die in Tunesië of Egypte.
Hoewel deze redenering wellicht enig gewicht heeft, gaat ze uit van een verkeerd kader. Tunesiërs, Egyptenaren en nu de Libiërs, hebben de Arabische wereld – en de Syriërs in het bijzonder – laten zien dat mensen niet tevreden gesteld kunnen worden met goedkope gebaren en de tijdlijn die het regime voorstelt. Ze eisen hun rechten op, van het verantwoordelijk houden van hun regering tot echt kunnen kiezen voor wie hen regeert.
Cultuur van dissidentie
De revolutionaire onrust in Syrië laat zien dat een revolutie niet alleen mogelijk, maar ook onvermijdelijk is, omdat Syriërs van opstanden in buurlanden geleerd hebben dat vrijheid bereikt wordt door het uitoefenen van het onvervreemdbaar recht op zelfbeschikking en eigenwaarde.
Net als in de Arabische buurlanden heeft de Syrische jeugd te maken met werkloosheid, gebrek aan verantwoordingsplicht van de regering en de veralgemeende corruptie. Een situatie die weinig hoop biedt voor de toekomst. Net als andere Arabische revolutionairen, worden de Syrische jongeren niet gedomineerd door een islamistische ideologie of een buitenlandse agenda. Het zijn Syriërs uit alle segmenten van de samenleving – christenen en moslims, Druzen en alevieten, Koerden en Assyriërs. De recente protesten in het land hebben laten zien dat deze jonge demonstranten een gezamenlijk doel hebben en dat willen bereiken met vreedzame middelen.
De Syriërs zijn de weg ingeslagen van collectief politiek zelfbewustzijn. De slogans van 15 maart, “God, Vrijheid en Syrië, punt uit!” kunnen niet genegeerd worden. Ze dagen de cultuur van zelfgenoegzaamheid, angst en stilte uit.
Niemand kan met zekerheid zeggen wat in de komende dagen en weken gaat gebeuren in Syrië. Zullen de protesten leiden tot een sneeuwbaleffect dat meer Syriërs op de been brengt? Zal het regime Daraa, waar gisteravond (dinsdag) opnieuw hevige protesten waren, tot voorbeeld maken en het volk laten zien welke prijs het betaalt voor dissidentie? Of zal een grote massa Syriërs besluiten dat het nu tijd is om zich aan te sluiten bij de vrije broeders in Egypte en Tunesië?
Een ding is wel zeker: mocht Syrië nu ontkomen aan een grote opstand, dan is desondanks de basis voor een cultuur van dissidentie gelegd. De angstbarrière is doorbroken en dat kan niet teruggedraaid worden. (IPS)
M. Yaser Tabbara
Yaser Tabbara is een Syrisch-Amerikaanse burgerrechtenadvocaat en activist. Hij is voorzitter van Project Mobilise, een organisatie voor politieke actie in Chicago.
Reageer op dit bericht