De armste landen willen geen liefdadigheid maar meer en betere investeringen. Dat is het uitgangspunt van de vierde VN-top van de Minst Ontwikkelde Landen die maandag van start ging in Istanboel.
Ongeveer 8000 delegatieleden – onder wie de staats- en regeringsleiders van de 48 Minst Ontwikkelde Landen (LDC’s) en vertegenwoordigers van internationale instellingen, donorlanden en hulporganisaties – bespreken deze week in de Turkse hoofdstad de inzet en projecten voor voedselzekerheid in de minst ontwikkelde landen landen van de planeet.
VN-secretaris-generaal Ban Ki-moon vroeg bij de opening van de top de rijke landen en internationale instellingen hun kijk op de LDC’s bij te stellen. “Investeringen in LDC’s kunnen het herstel van de wereldeconomie aanzwengelen. Het is een kwestie van gezond verstand”, verklaarde Ban.
Pascal Lamy
Landbouw is de sleutel om problemen met voedselzekerheid en ondervoeding aan te pakken. Maar deze sector werd jarenlang verwaarloosd, staat in het rapport A World without LDCs, dat zondag door het middenveld in Istanboel werd voorgesteld. “Het gebrek aan investeringen in de landbouw werd verergerd door problemen met landbezit, tekort aan financiële middelen en gebrekkige infrastructuur bijvoorbeeld op het vlak van transport”, aldus het rapport.
Veel rijke landen subsidiëren hun boeren zwaar en dumpen hun overschotten in het Zuiden, al dan niet in de vorm van voedselhulp. “Het gevolg is dat veel LDC’s vandaag meer voedsel importeren dan produceren en dat ze niet kunnen profiteren van de recente piek in voedselprijzen”, menen de auteurs. Volgens de Wereldbank dreven stijgende voedselprijzen 44 miljoen mensen in de armoede sinds juni vorig jaar.
De directeur-generaal van de Wereldhandelsorganisatie, Pascal Lamy, denkt net als het middenveld dat het schrappen van subsidies in de rijke landen cruciaal is voor de uitbouw van landbouwproductie in de armste landen. Hij betreurt dat de 48 Minst Ontwikkelde Landen samen slechts instaan voor één procent van de wereldhandel. “De rest van de wereld moet de LDC’s betere markttoegang verschaffen”, zei Lamy in Istanboel.
Stem op internationale fora
De Minst Ontwikkelde landen zelf stellen intussen ambitieuze doelen voor het volgende decennium. De helft van de huidige LDC’s moet hun status ontgroeien, verklaart de Nepalese premier Jhala Nath Khanal, de huidige voorzitter van het coördinatiebureau van LDC’s. Hun aantal is gestegen van 25 in 1971 tot 48 vandaag. Slechts drie landen (Botswana, Kaapverdië en de Malediven) zijn er sinds 1971 in geslaagd uit de groep te ontsnappen.
De LDC’s vragen meer officiële ontwikkelingshulp van de rijke landen en vooral bijkomende middelen om te investeren in productieve sectoren en in de ontwikkeling van hun privésector. Ze willen ook dat bestaande invoerbeperkingen worden opgeheven en dat ze hulp krijgen om hun handelcapaciteit te verbeteren. De LDC’s rekenen ook op meer technologieoverdracht.
“De internationale gemeenschap zou meer aandacht moeten krijgen voor de beperkingen van en opportuniteiten voor LDC’s”, stelt de Nepalese premier. “De Minst Ontwikkelde Landen moeten op alle internationale fora een stem krijgen om echt te participeren aan de mondiale besluitvorming.”
De LDC’s tellen samen 900 miljoen inwoners. De helft van hen overleeft met minder twee dollar per dag. (IPS)
Claire Ngozo
Reageer op dit bericht