De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Hillary Clinton is niet enkel in Europa ter gelegenheid van de G8-top in Deauville. Ze is deze middag ook te gast op het hoofdkwartier van de Unesco in Parijs, waar een wereldwijd partnerschap voor het onderwijs van meisjes ten doop wordt gehouden.
Clinton krijgt in Parijs gezelschap van VN-secretaris-generaal Ban Ki-moon en Unesco-baas Irina Bokova. De aanwezigheid van hoogwaardigheidsbekleders als Clinton moet het wereldwijde bewustzijn aanzwengelen over de 39 miljoen meisjes tussen 11 en 15 jaar die niet naar school gaan.
Svein Oesttveit, directeur van de afdeling Onderwijs binnen Unesco, benadrukt dat het een toeval is dat het partnerschap gelanceerd wordt bij het begin van de G8-top. “De hoogwaardigheidsbekleders waren in Europa voor andere ontmoetingen, dus de timing was goed”, zegt hij.
Ontwikkelingsorganisaties benadrukken al langer het belang van onderwijs voor meisjes als hefboom voor ontwikkeling, maar het is geen officieel agendapunt op de G8-top in het naburige Deauville, waar vooral het internet, nucleaire energie en de financiële crisis op de agenda staan, naast de Libische kwestie. Er is ook een speciale zitting over een partnerschap met Afrika, waarop negen Afrikaanse leiders zijn uitgenodigd.
Maar ook daar moet de rol van de vrouw centraal staan, zeggen ontwikkelingsorganisaties, omdat het vaak meisjes en vrouwen zijn die het hardst getroffen worden door conflicten, met name in ontwikkelingslanden.
“Zeventig procent van de armen in de wereld is vrouw”, zegt Pauline Chabbert, onderwijsspecialist aan het Franse ministerie voor Buitenlandse Zaken. “Ze beschikken niet over dezelfde middelen als mannen en hun rechten worden niet gerespecteerd. Vrouwen hebben minder toegang tot onderwijs of een opleiding, en overheden moeten daar aandacht voor hebben.”
Het nieuwe partnerschap, Better Life, Better Future gedoopt, moet beleidsmakers en de privésector samenbrengen rond programma’s die ervoor zorgen dat meisjes niet stoppen met school na het lager onderwijs, maar de overstap naar secundair onderwijs maken. Bedrijven als Nokia en Microsoft hebben al hun steun toegezegd.
De Unesco schaart zich achter de VN-doelstelling van universeel onderwijs voor iedereen, maar wijst erop dat vooral meisjes vroegtijdig stoppen met school. Volgens de Unesco hebben de meisjes te maken met specifieke uitdagingen, waaronder een vroeg huwelijk, tienerzwangerschap of gendergeweld in en rond de school. Daarom zijn specifieke maatregelen nodig om meisjes naar de school te halen en ze daar te houden.
De voordelen zijn duidelijk, zegt de Unesco: als in Afrika ten zuiden van de Sahara universeel secundair onderwijs zou komen, zouden naar schatting 1,8 miljoen levens gered worden. Uit onderzoek blijkt dat voor elk jaar dat een meisje langer naar school gaat, de kans op kindersterfte met 5 tot 10 procent daalt.
Hetzelfde geldt voor de relatie tussen onderwijs en het aantal kinderen. In een land als Mali hebben vrouwen die geen onderwijs genoten gemiddeld zeven kinderen, terwijl vrouwen met een diploma van secundair of hoger onderwijs gemiddeld drie kinderen hebben.
Grote struikelblokken zijn de religieuze en culturele normen die discriminatie van vrouwen in de hand werken. Dat is het geval in veel lidstaten van de Unesco, en daarom moet in die landen gewerkt worden om de perceptie te veranderen, zegt Oestveitt.
“Er is geen rechtvaardiging – cultureel, economisch of sociaal – om meisjes en vrouwen onderwijs te weigeren”, stelt ook Unesco-secretaris-generaal Irina Bokova. “Het is een basisrecht en een absolute voorwaarde om de internationaal overeengekomen ontwikkelingsdoelstellingen te halen.”
A.D. McKenzie
Reageer op dit bericht