Het aantal zeldzame soorten planten en dieren langs de Nederlandse rivieren is de afgelopen 20 jaar explosief gestegen. Uit een onderzoek in het kader van het project ‘Rijn in Beeld’ blijkt dat de natuur van het Nederlandse rivierengebied een ongekende vooruitgang heeft doorgemaakt. Dankzij de Ecologische Hoofdstructuur.
Nederlandse rivierengebied
Niet alleen aansprekende soorten als Bever, Lepelaar, Zwarte wouw en Otter doen het goed, maar ook honderden bedreigde stroomdalplanten (Wilde marjolein, Kleine ruit, Cipreswolfsmelk), veel kleine zangvogels (Roodborsttapuit, Sprinkhaanzanger), dagvlinders (Bruin blauwtje, Koninginnepage), libellen (Rivierrombout, Vroege glazenmaker) en veel vissoorten (Rivierprik, Barbeel, Winde) floreren. De veranderingen zijn zo groot dat het Nederlandse rivierengebied op Europese schaal weer tot de meest bijzondere natuurgebieden kan worden gerekend. Veel in Nederland voorheen uitgestorven soorten zijn inmiddels weer helemaal terug.
Uitbouwen
De onderzoekers pleiten ervoor de EHS verder uit te bouwen en daarin samenwerking te blijven zoeken met de delfstofwinning, hoogwaterbestrijding (rivierbeheer), stadsontwikkeling en recreatie en toerisme. Het koppelen van deze functies met het natuurbeleid leidt tot succesvolle, maar ook betaalbare resultaten. Tegelijkertijd blijkt een koppeling met de landbouw helaas moeilijker.
Scheiden
Zelfs landbouwgronden waar met relatief hoge subsidies (agrarische beheerovereenkomsten) een extensiever beheer wordt gevoerd, laten in het rivierengebied nauwelijks een wezenlijke verbetering van de natuur zien. “Een iets extensiever agrarisch beheer is eenvoudigweg nog steeds te intensief om planten en dieren voldoende mogelijkheden te bieden,” aldus de onderzoekers. Juist het scheiden van productielandbouw en natuur is langs de grote rivieren de belangrijkste motor achter het natuurherstel geweest.
Reageer op dit bericht