Als de eerste zonnestralen de mango- en bananenbomen in zijn dorp beschijnen, vertrekt Suchin Utanarat naar zijn boot om garnalen te vangen in de nabijgelegen kanalen.
Het is meer dan een idyllisch plaatje. De veertigjarige visser laat met zijn dagelijkse routine ook de voordelen zien van een kleinschalige, duurzame economie. Na een paar uur heeft hij voor ongeveer 1000 baht (25 euro) garnalen gevangen. “Dit is mijn hoofdinkomen. Het is genoeg voor mijn gezin om van te leven”, zegt Suchin, terwijl hij de garnalen in zijn boot sorteert. “Deze garnalen gaan naar restaurants, zelfs tot in Bangkok.”
“De meeste mensen in ons dorp vangen gedurende het hele jaar garnalen in de kanalen. Daar zij ze voor hun levensonderhoud van afhankelijk”, zegt hij. “Het is een kleine, maar veilige economie. En dat willen we zo houden.”
Garnalenkwekerijen
De sentimenten van Suchin worden gedeeld door vele mensen in Baan Loong Sumlan en andere dorpen verspreid over de provincie die rijk is aan fruitboomgaarden en wordt doorkruist door een netwerk van kanalen.
De mensen zijn zo overtuigd van hun levenswijze omdat ze eerder zagen hoe een experiment met industriële garnalenvisserij in de provincie Samut Songhkram fout liep.
Grote oppervlakken mangroven werden gekapt om plaatst te maken voor garnalenbedrijven. De provincie, die in 1986 8000 hectare mangroven telde, heeft nu nog maar 256 hectare van de beschermende vegetatie.
Van de ambities van Samut Songkhrams bleef weinig meer over toen in 1992 een virus uitbrak dat de garnalenkwekerijen in de delta besmette. De angst voor het virus weerhoudt de dorpsbewoners ervan om terug te keren naar de industriële garnalenkwekerij die in andere zuidelijke provincies gebruikelijk is.
Export
Het is een keuze die dorpsbewoners zoals Wong Takrudthong (70) met trots vervult. In 2011 produceerden de zuidelijke provincies meer dan 600.000 ton garnalen. Daarmee stelden ze de positie van Vietnam als grootse garnalenexporteur ter wereld veilig.
“We hebben hier onze les geleerd. De mensen zijn veel kwijtgeraakt en dat risico nemen we niet nog een keer”, zegt Wong, een gerespecteerde dorpsoudste. “Mensen willen graag dat Samut Songkhram kleinschalig blijft met een duurzame economie.”
Maar de provincie ligt op 63 kilometer afstand van Bangkok, en dat brengt uitdagingen met zich mee. Investeerders willen sommige stukken onvruchtbaar land transformeren in industriële zones zoals Map Ta Phut in de nabijgelegen provincie Rayong.
“Toen de garnalenkwekerijen dicht gingen, is veel land opgekocht. De nieuwe eigenaren willen er industriezones maken”, zegt Amonsak Chatratin, plaatsvervangend voorzitter van de dorpsraad. “Daar zijn we tegen vanwege de vervuiling. We hebben gezien hoe industrieparken in buurprovincies werken. We willen hier geen tweede Map Ta Phut.”
Toeristen
Map Ta Phut telt 117 fabrieken, waarvan 45 petrochemische bedrijven, 8 kolengestookte energiecentrales en 12 chemische fabrieken. In 2009 en 2010 domineerde Map Ta Phut het nationale nieuws vanwege een succesvolle rechtszaak van milieuactivisten die het terrein wilden sluiten.
Kleinschalig toerisme, een nieuwe inkomstenbron voor de provincie, zal schade lijden als er grote bedrijven komen, waarschuwt Surajit Chirawet, voormalig hoofd van de Kamer van Koophandel in de regio. “Toerisme is belangrijk geworden voor ons. Veel mensen uit Bangkok komen hier in het weekend naartoe.”
De leefwijze van de bevolking in de provincie is voor hen een welkom contrast met het drukke leven in de hoofdstad. Boeddhistische monniken die hier bij zonsopgang in hun bootjes op het water peddelen om voedsel te halen, doen herinneringen aan rustiger tijden herleven.
Groen groeien
“De plaatselijke bevolking is tegen grote projecten en oefent druk uit op de provincie om hoorzittingen te houden”, zegt Manop Yanpisitkul, milieuactivist bij het provinciale Bureau voor Hulpbronnen en Milieu. “Ze willen alleen milieuvriendelijke projecten.”
Die insteek wordt gesteund door het VN-Ontwikkelingsprogramma (UNDP) en het VN-Milieuprogramma. “Wij helpen de plaatselijke bevolking om hun zaak te bepleiten bij de provinciale en nationale autoriteiten”, zegt Sutharin Koonphol, programma-analist bij het UNDP.
De Verenigde Naties helpen plaatselijke actiegroepen te lobbyen bij het Thaise ministerie van Binnenlandse Zaken, dat verantwoordelijk is voor de ontwikkelingsplanning in Thailand. “We willen het ministerie ervan overtuigen de participatie van burgers te versterken”, zegt Sutharin. “De groene groeivisie van Samut Songkhram is erg belangrijk voor Thailand.”
Suchin, de garnalenvisser, neemt met iets anders geen genoegen. “In andere provincies willen ze graag industrialiseren, maar wij willen leven van visserij in de kanalen, onze fruitboomgaarden en toerisme.”
Marwaan Macan-Markar
Reageer op dit bericht