Versterking van de landbouwsector en voedselzekerheid is cruciaal voor de zelfredzaamheid van ontwikkelingslanden. Daarom draagt Nederland de komende vijf jaar in totaal 100 miljoen euro bij aan steun voor de private voedselsector in die landen.
Deze week tekende staatssecretaris Ben Knapen van Buitenlandse Zaken daartoe in Washington een overeenkomst met de International Financial Cooperation (IFC).
‘De private sector is de belangrijkste speler voor de voedselzekerheid van mensen die nu geregeld honger leiden. Bovendien creëert de landbouw- en voedselindustrie banen en daarmee koopkracht voor vele miljoenen mensen’, aldus de staatssecretaris.
Het IFC-voedselzekerheidsfonds Global Agriculture and Food Security Program (GAFSP) werd opgezet in reactie op de voedselcrisis van 2008. Commerciële banken zien boeren en voedselbedrijven vaak als niet kredietwaardig waardoor ze geen leningen kunnen krijgen om te professionaliseren en verder te komen. Het GAFSP zet de Nederlandse bijdrage in als garantiekapitaal zodat de risico’s voor de banken dalen. De ondernemers krijgen zo de kans hun kredietwaardigheid aan te tonen en lokale banken leren investeringskansen in landbouw en voedselzekerheid te benutten. De verwachting is dat de Nederlandse bijdrage tot het tienvoudige, dus tot een miljard euro aan investeringen zal leiden.
Nederland brengt naast financiële ondersteuning ook een groot netwerk van Nederlandse expertise in de samenwerking met het IFC, zoals van het FMO, de Rabobank en anderen uit bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Staatssecretaris Knapen kondigde in Washington aan dat Nederland dit najaar een internationale netwerkbijeenkomst zal organiseren voor Nederlandse en internationale experts op het gebied van voedselzekerheid in ontwikkelingslanden.
Reageer op dit bericht