De plannen van de Europese Commissie om de industriële landbouw in Europa te hervormen worden gesteund door verschillende onderzoeksresultaten die traditionele en duurzame landbouwmethoden aanbevelen in de zoektocht naar wereldwijde voedselzekerheid.
Tegenstanders van het door de Europese Commissie (EC) gesponsorde hervormingspakket – dat inefficiënte systemen van voedselproductie wil wegwerken – zeggen dat het de productiviteit juist zal smoren. De voorstanders zijn van mening dat het antwoord op de wereldwijde voedselgarantie niet in de industriële productie van levensmiddelen ligt.
“We produceren al veel in Europa”, zegt Trees Robijns, EU-landbouwbeleidsmedewerker bij BirdLife, een van de ngo’s die hervormingen op lokaal niveau willen doorvoeren. “Maar we moeten ons afvragen hoe lang en tegen welke kostprijs we kunnen doorgaan op deze manier. Als onze landbouw niet is gebaseerd op een gezonde agro-ecologische basis, zullen we uiteindelijk toch verliezen. We vernietigen ons water, onze bodem, onze biodiversiteit. Dit zal leiden tot een verminderde productiviteit.”
Kleinschalig en duurzaam
Verschillende studies toonden aan dat duurzame, kleinschalige landbouw meer productiecapaciteit heeft dan industriële landbouw.
In een rapport dat werd geschreven door een internationale groep wetenschappers en onderschreven door regeringen van over de hele wereld, staat te lezen dat duurzame, familiale landbouw de beste manier is om de voedings- en milieu-uitdagingen aan te gaan.
La Via Campesina, een wereldwijd netwerk van meer dan 20 miljoen boeren, publiceerde een rapport dat laat zien dat kleinschalige landbouw de wereld kan voeden.
Volgens het Europese Netwerk voor Plattelandsontwikkeling, dat onder de bevoegdheid van de EC staat, worden kleine landbouwbedrijven nog te veel gezien als nadelig voor het concurrentievermogen van de landbouw in een land. In Oost-Europese landen zoals bijvoorbeeld Roemenië verdwijnen ze dan ook steeds vaker.
“De meeste boeren hebben landbouw in ons dorp opgegeven en gaan nu naar de stad om te werken. Ze kopen van hun salaris voedsel in de supermarkten”, zegt Marcel Has, een boer in West-Roemenië.
“Twee jaar geleden stond ik ook op het punt om te stoppen, maar toen las ik in een boerenmagazine over de mogelijkheid van een directe verbinding met de consument die geïnteresseerd is in lokale voedingswaren die ik kan bieden. Ik denk dat biologische landbouw toekomst biedt. De levensmiddelen in de supermarkt zijn van slechte kwaliteit en mensen willen beter eten” vertelt hij.
Hervorming
De hervorming die de EC voorstelt (het GLB, Gemeenschappelijk landbouwbeleid na 2013, red.) wil kleinere bedrijven versterken door hun rol in de bescherming van het milieu en de biodiversiteit te erkennen en ze daarvoor te compenseren.
De Commissie is ook voorstander van meer biologische landbouw, nu goed voor zo’n 5 procent van de landbouw in de EU, en moedigt jonge landbouwers aan in hun werk.
Europese exportsubsidies, een antwoord op overproductie door lokale boeren, resulteerden in de “dumping” van onder meer graan, suiker en dierlijke producten op de internationale markten tegen absolute bodemprijzen, met negatieve gevolgen voor boeren in ontwikkelingslanden.
De EU is momenteel de grootste exporteur van landbouwproducten, goed voor 100 miljard euro aan uitvoer in 2011.
Europa is ook de grootste importeur van landbouwproducten, vooral van dierlijke voedingsmiddelen waarvan de productie zeer hoge sociale en milieukosten met zich meebrengt.
Gerard Choplin, beleidsmedewerker bij La Via Campesina, zegt dat de oplossing voor het voedselveiligheidsvraagstuk in de versterking van de positie van lokale boeren zit. Hiervoor ziet hij verschillende mogelijkheden, zoals een verbod op de export tegen prijzen onder de productiekosten in het land van uitvoer en het voorkomen van structurele overschotten. Wat betreft het GLB ziet hij heil in financiële steun die niet berekend wordt op grond op de oppervlakte van een boerderij, maar wordt toegekend per boer. Daardoor worden duurzame, kleine bedrijven en ecologische productiemethoden beloond.
Voor de EU zouden dit zeer radicale plannen zijn, maar de Commissie erkent in ieder geval de schadelijke gevolgen van exportsubsidies en levert sinds kort inspanningen om de lokale voedselproductie in ontwikkelingslanden te versterken, te beginnen met Oost-Europa en Noord-Afrika.
Claudia Ciobanu
Reageer op dit bericht