De ruimtetelescoop Hubble heeft beelden gemaakt van een ongekend ver deel van het heelal. De satelliet ving licht op dat er 13,2 miljard jaar over heeft gedaan om de aarde te bereiken. Het licht komt van sterren uit de beginjaren van het heelal, van vlak na de oerknal. Dat hebben sterrenkundigen bekendgemaakt.
De Hubble zoomde in op een klein deel van het sterrenbeeld Oven. Alleen in dat kleine gebied vond de telescoop al 5500 oeroude melkwegstelsels. Bij sommige stelsels was het licht zo zwak, dat het menselijk oog het pas had kunnen zien als het tien miljard keer helderder was geweest. Het gebied wordt het Extreme Deep Field genoemd.
Bij het onderzoek waren Rychard Bouwens, Marijn Franx en Ivo Labbé van de Sterrewacht in Leiden en de Nederlander Pieter van Dokkum van de Amerikaanse universiteit Yale betrokken.
De Hubble is in 1990 gelanceerd. Het is de meest geavanceerde telescoop ooit, maar rond 2014 moet een nog betere satelliet de ruimte in gaan. Die James Webb-telescoop kan nog verder en nog scherper zien.
oktober 2nd, 2012 om
Er wordt gesteld dat:
‘De ruimtetelescoop Hubble heeft beelden gemaakt van een ongekend ver deel van het heelal. De satelliet ving licht op dat er 13,2 miljard jaar over heeft gedaan om de aarde te bereiken. Het licht komt van sterren uit de beginjaren van het heelal, van vlak na de oerknal. Dat hebben sterrenkundigen bekendgemaakt.’
Vraag: Als het licht van ‘vlak na de oerknal’ afkomstig zou zijn, dan is het kennelijk van een ster vertrokken die tussen het moment van de oerknal en het moment vlak er na, op een afstand van 13,2 miljard lichtjaar van ons af stond. Hoe kan die ster vlak na de oerknal op zo’n
grote afstand staan? Volgens de oerknal (Bigbang) zou het heelal immers
uit een punt zijn ontstaan, en sterren kunnen niet sneller dan het licht
reizen.
op een afstand van 13,2 miljard lichtjaar