Op woensdag 26 september 2012 maakte Rijkswaterstaat de eerste resultaten bekend van een praktijkproef met 24 elektrische voertuigen en twee plug-in hybride auto’s. De auto’s werden door Rijkswaterstaat gebruikt voor het dagelijkse woon-werkverkeer en zakelijke afspraken. Samen legden de deelnemende auto’s meer dan 233 duizend kilometers met elektrisch aandrijving af.

De voertuigen zijn een jaar lang door TNO gemonitord op inzet en energiegebruik. Ook zijn de gebruikers en andere betrokkenen van Rijkswaterstaat uitgebreid geïnterviewd over hun ervaringen met elektrisch rijden.

Het doel van de proef is om inzicht te krijgen in de kosten, gebruik in de praktijk, milieueffecten en acceptatie door gebruikers positieve en negatieve effecten van hybride en elektrisch rijden. Wat houdt dit in voor Rijkswaterstaat? En is het haalbaar om tenminste een kwart van het wagenpark van Rijkswaterstaat (nu in totaal 1700 voertuigen) uit elektrische voertuigen te laten bestaan? Dit is de ambitie die de staatssecretaris Atsma in 2010 heeft uitgesproken bij de start van de praktijkproef.

Een van de belangrijke conclusies van TNO is dat het vervangen van een kwart van de vloot door elektrische auto’s goed mogelijk lijkt – ook met het oog op mogelijk gebruik van elektrische auto’s binnen de hele Rijksoverheid.

De resultaten van het onderzoek zijn in een handige brochure samengevat, “Elektrisch rijden: duurzaam en praktisch haalbaar”(pdf).