De Nederlandse pensioenfondsen zijn er vorige maand opnieuw beter voor komen te staan. De gemiddelde dekkingsgraad van de fondsen bedroeg eind november 103 procent, een stijging van 1 procentpunt ten opzichte van de maand daarvoor.
Dat blijkt uit de maandag gepubliceerde Pensioenthermometer van adviesbureau Aon Hewitt, die dagelijks de hoogte van de gemiddelde dekkingsgraad bijhoudt.
Een dekkingsgraad van boven 100 procent betekent dat pensioenfondsen aan hun verplichtingen kunnen voldoen. De vereiste minimale dekkingsgraad van 105 procent hebben ze echter nog niet bereikt. In 2007, voor de crisis, bedroeg de gemiddelde dekkingsgraad nog 144 procent.
De financiële positie van de pensioenfondsen is al enkele maanden aan het verbeteren dankzij een gunstigere rekenmethode waar ze hun vermogen mee mogen vaststellen. Ze mogen hun rekenrente verhogen, doordat ze mogen uitgaan van resultaten op langere termijn. Hierdoor is de rente minder vatbaar voor schommelingen. Dit is gunstig geweest voor de huidige dekkingsgraad.
Ook lieten de fondsen herstel zien door een stijging van de aandelenkoersen, met gemiddeld 0,9 procent, en de prijzen van grondstoffen met 1,1 procent.
Reageer op dit bericht