Sinds 3 maart is het in de hele EU, dus ook in Nederland, verboden illegaal gekapt hout te verhandelen. Ruim dertien jaar voerde Greenpeace campagne tegen illegaal hout en vóór een sterke wet. Houthandelaren moeten nu zelf aantonen dat hun hout legaal is.
De European Timber Regulation (EUTR), of ‘Europese houtverordening ’, is een zwaar bevochten onderdeel van het FLEGT-actieplan. Bijna alle houtproducten vallen onder de regeling; of het nu een stapel planken, een kastje of een rol papier gaat. Als importeurs en handelaren bij een inspectie geen goede documenten kunnen overleggen die bewijzen dat de hele keten schoon is, zijn ze strafbaar.
Vinger aan de pols
Wereldwijd sluit het net zich om de illegale praktijken van houtkapbedrijven. De VS, Australië en de EU kennen al strenge wetgeving en Japan werkt eraan. Maar nog niet alles is goed geregeld in de EU-lidstaten. Zo is in Nederland nog onduidelijk of er voldoende geld en inspecteurs beschikbaar zijn om te controleren of de nieuwe wet wordt nageleefd. Greenpeace is daarom alvast begonnen: speciaal getrainde vrijwilligers gaan in winkels op zoek naar mogelijk illegaal gekapt hout. En ze houden een stevige vinger aan de pols in de tropische regenwouden waar de internationale kapbedrijven actief zijn.
Herkennen van illegaal gekapt hout
Voor consumenten is en blijft het moeilijk illegaal hout te herkennen. Iedereen kan helpen door in de winkel altijd te vragen waar het hout (of papier) vandaan komt. Zo houden we de houthandel scherp en maken we winkels bewust van de wet. Wees verder zuinig met hout en papier, recycle en kies voor FSC-producten, dat geeft een garantie voor duurzaam bosbeheer.
Reageer op dit bericht