Binnen 20 jaar zal, volgens de huidige trend, extreme armoede zijn verdwenen in veel landen in de wereld, waaronder Bangladesh.
Het Zuid-Aziatische land, het meest dichtbevolkte flinke land op aarde, is lang afgeschreven geweest. Maar de voorspelling is gebaseerd op uitgebreid onderzoek van Oxford University, en wordt ondersteund door andere toonaangevende rapporten.
In een nieuw onderzoek dat deze maand is gepubliceerd, werden 22 ontwikkelingslanden bestudeerd die samen 2 miljard inwoners hebben. De Poverty and Human Development Initiative van de universiteit concludeert dat minimaal de helft van de landen – inclusief Bangladesh, Nepal en Rwanda – de armoede, volgens het huidige tempo, binnen 20 jaar zal zijn uitgeroeid. Zeven andere landen waaronder India, zullen er op dit moment, en volgens de huidige berekening, nog wel 41 jaar over doen.
Millenniumdoelen
Vorige week bevestigde de VN’s Human Development Report dat overheden hun milleniumdoel, de halvering van het percentage mensen dat in extreme armoede leeft, drie jaar eerder dan verwacht hebben behaald.
“Nooit in de geschiedenis”, concludeert het rapport, “zijn de levensomstandigheden en vooruitzichten van zoveel mensen zo snel en zo sterk veranderd.” En dat is slechts het begin: andere onderzoeken schatten dat het percentage mensen dat in extreme armoede leeft aan het einde van de doelperiode in 2015 nog 16 procent van de wereldbevolking zal zijn, in vergelijking met de 43 procent in 1990.
Het doel, dat een van de milenniumdoelstellingen is, definieert extreme armoede als iemand minder dan 1,25 dollar per dag te besteden heeft. Maar de onderzoekers van Oxford hebben het breder aangepakt, en hebben gekeken naar hoe de mensen daadwerkelijk leven en baseerden hun definitie op zaken als kindersterfte, voedingsniveaus, scholing en toegang tot elektriciteit, drinkwater en sanitair.
Met deze meting concludeerden ze dat de meeste landen het steeds beter doen. Bangladesh vertoont een afname van deze “multidimensionele armoede” van 4,8 procent van het oorspronkelijke niveau per jaar. Rwanda en Tanzania tonen ongeveer dezelfde afname en liggen rond de 4 procent. Maar alle drie hebben ze het qua prestatie moeten afleggen tegen Ghana (5,7 procent), Nepal (6,3 procent), Colombia (7,8 procent) en Bolivia (8,7 procent).
Kindersterfte is in Bangladesh met ruim 60 procent afgenomen sinds 1990, en moedersterfte als gevolg van zwangerschap is met tweederde afgenomen. Vruchtbaarheidsniveaus zijn gehalveerd, wat de groei van de populatie afremt. En 88 procent van de kinderen zijn gevaccineerd tegen mazelen, difterie en polio, in vergelijking met slechts 1 procent in 1985.
Er zijn soortgelijke ontwikkelingen wereldwijd. Iedere dag sterven er 12.000 minder kinderen onder de 5, in vergelijking met 1990. Sterfgevallen door mazelen zijn afgenomen met 78 sinds het begin van het millennium. En meer dan 90 procent van de kinderen starten aan de basisschool.
Economie
De economische groei in de ontwikkelingslanden, ondanks dat de economie in de Westerse wereld momenteel iets achterblijft, is een van de redenen van deze positieve ontwikkelingen. Ontwikkelingslanden zijn nu goed voor bijna een derde van de productie en consumptie van de wereld: bijna een kwart van ’s werelds grootste bedrijven zijn er gevestigd, in vergelijking tot slechts 4 procent in 1990; en er wordt verwacht dat tegen 2030 80 procent van de middenklasse op aarde zich in de ontwikkelingslanden bevindt.
Ontwikkelingshulp, die bijna is verdubbeld sinds 2000, is ook belangrijk geweest. Hoewel een deel van de hulp ongepast is of niet goed terecht komt, wordt een steeds groter deel effectief uitgegeven aan de armen. En een recent rapport van het Overseas Development Institute laat zien dat bij landen die veel hulp hebben ontvangen, de kindersterfte en ondervoeding bij kinderen het snelst is teruggebracht.
Gezondheid en educatie
Ook de succesvolste landen hebben van meedere benaderingen en oplossingsstrategieën gebruik gemaakt. Alle landen hebben, volgens de VN, nieuwe markten omarmd en economische handel verhoogd. Bangladesh, bijvoorbeeld, heeft in de afgelopen twee decennia haar totale aandeel van de wereldhandel verdubbeld, en haar aandeel in de wereldwijde textielexport is verzesvoudigd. Tevens waren deze landen sterk proactief, en besteedden ze vooral veel aandacht aan gezondheid en onderwijs.
Er is natuurlijk nog steeds veel te doen. Zo’n 1,6 miljard mensen – waaronder 58 procent van de inwoners in Bangladesh zijn op dit moment nog heel arm. En het VN rapport concludeert dat klimaatverandering de winst van de afgelopen twee decennia teniet kan doen.
Wat er nu al gebeurd en behaald is heeft een baanbrekend betekenis, en wat nog bereikt kan worden werd voor lange tijd als onmogelijk gezien. Zoals Save the Children zegt, “Wij kunnen de generatie zijn die een einde aan de armoede maakt”, en zo is het.
maart 25th, 2013 om
Wat een ongelooflijk positief bericht!!!
Ik heb nog al zo’n gelijkaardig bericht gelezen in HappyNews vorig jaar. Ik vind het absoluut raar dat gewone media dit niet melden.
Wat ik wel gek vind: wereldhandel is normaal gezien de oorzaak van armoede, omdat de rijke landen een uitbuitingsprijs betalen aan de producten van arme landen.
In dit artikel zou wereldhandel een positieve factor zijn in de bestrijding van armoede.
Gek: ik winkel altijd zo lokaal mogelijk! Vooral voor het milieu, maar ook om de arbeider in de Derde Wereld tegen ons te beschermen!
Ik koop bv zo weinig mogelijk textiel, juist omdat dat de armoede in bv Bangladesh zou verhogen!
Het enige antwoord dat ik zie: is dat de regeringen van o.a. Bangladesch veel geïnvesteerd hebben in gezondheid, scholing, en dergelijke van de arme bevolking.