China krijgt steeds vaker te maken met een almaar milieubewustere bevolking. Vooral de verontwaardiging over vervuiling en voedselschandalen is tegenwoordig groot, en die uit zich zowel via straatprotest als op weibo, China’s populairste microblog.
Het verlangen naar een groenere maatschappij sijpelt nu ook door naar de landbouw. De laatste paar jaren gaan steeds meer boeren over van giftige insecticiden op groene technieken om hun oogst te beschermen tegen bladluizen, en dit dankzij een in 2008 opgezette samenwerking tussen het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties (UNDP), de Global Environment Foundation en het Chinese ministerie van Milieubescherming.
Jaarlijks worden honderdduizend appelboeren uit Luochuan (provincie Shaanxi), citrusboeren uit Yidu (Hubei) en katoenboeren uit Zhanhua (Shandong) op- en begeleid. Ze leren over de kwalijke effecten van insecticiden, het beleid daaromtrent en de internationale gezondheidsstandaarden. Samen met hun kennis groeit zo ook hun bewustzijn van de schadelijke impact van deze gifstoffen op hun oogst.
POPs
Ondanks een gunstig moessonklimaat en een vruchtbare bodem worden in de drie projectgebieden sinds de jaren vijftig massaal giftige insecticiden gebruikt. Citrus-, katoen- en appelboeren gaan er bladluizen te lijf met enorme hoeveelheden dicofol. Zowel het productieproces van dicofol, een uit DDT afgeleide stof, als het overvloedig gebruik ervan heeft nochtans onuitwisbare gevolgen voor mens, dier en milieu.
Deze POPs (persistent organic pollutants), breken nauwelijks af, overleven in heel diverse omstandigheden, nestelen zich in de vetten van mens en dier en overbruggen zo lange afstanden. Al ze eenmaal in de voedselketen zitten, kunnen stoffen als DDT dus enorme schade aanrichten.
Al in 1986 belandde DDT daarom op de internationale zwarte lijst. Afgeleide producten zoals dicofol werden in 2001 strikt aan banden gelegd in het Verdrag van Stockholm inzake POPs.
Maar het ondertekenen van dit verdrag in 2004 noch de implementering van het verbod op productie, gebruik, import en export van DDT in 2009 moedigde verandering bij de Chinese boeren aan. ‘De illegale handel in giftige insecticiden blijft ongemoeid. Bovendien blijven Chinese boeren door onwetendheid deze verboden middelen massaal gebruiken’, waarschuwde Li Rong, hoogleraar aan het Chinese Centrum voor Ziektecontrole en Preventie, in de Chinese Volkskrant.
Bewustzijn
Precies die onwetendheid werd weggewerkt. Honderdduizend landbouwers werden aangemoedigd de goedkope en efficiënte maar gevaarlijke dicofol achterwege te laten en alternatieve geïntegreerde plaagbestrijdingstechnieken (IPM, integrated pest management) te gebruiken.
De opleiding leert hen dat eenvoudige ingrepen zoals insectenlampen en grasperkjes rond de vruchtbomen een groot deel van het bladluizenprobleem oplossen. Daarnaast passen de lokale en internationale experts ook complexere technieken toe, zoals het introduceren van nieuwe soorten roofmijten in het lokale ecosysteem.
Positieve effecten
De positieve effecten van deze IPM lieten niet lang op zich wachten. Zodra appels, citrusvruchten en katoen groenerworden gekweekt, plukken de deelnemende boeren daar heel snel de vruchten van. Kwaliteit en kwantiteit van hun oogst groeien en export wordt mogelijk.
Appels uit Luochuan zijn ondertussen verdriedubbeld in marktwaarde, van 0,2 yuan (2,5 eurocent) naar 0,6 yuan (7,5 eurocent) per kilogram. Die hogere opbrengst is onhaalbaar voor vele boeren die de stap naar IPM nog niet hebben gezet.
Hun oogst heeft, net als het ongedierte, zwaar te lijden onder de giftige insecticiden. In eigen land legt een dergelijke oogst het daarom altijd af tegen producten van grotere kwaliteit. Op de buitenlandse markten kunnen deze boeren hun oogst al helemaal niet kwijt, vanwege de internationale gezondheidsstandaarden.
Motivatie
De sterke schakel in dit verhaal is de Chinese boer. De voordelen die hij uit de groenere manier van werken haalt, motiveren hem om nooit meer opnieuw naar insecticiden te grijpen. Boer Dang Jiuru uit Luochuan, Shaanxi: ‘Ik dacht dat insecticiden de enige manier waren om mijn inkomen te beschermen, maar nu blijkt dat ik er juist nadeel van heb.’
De zeventigjarige appelboer zag zijn inkomen in de afgelopen twee jaar met twaalf procent stijgen. Zijn droom om zijn kleinzoon naar de universiteit te sturen, ligt nu eindelijk binnen handbereik.
Succesverhalen zoals dat van Dang overtuigen ook naburige landbouwers om de stap en de investering te wagen. Landbouwers die opgeleid werden door experts, nemen op hun beurt de rol van leraar over en begeleiden maximaal drie andere boeren naar een toekomst zonder chemicaliën. Een nieuwe groene ontwikkeling wordt zo gedragen door de boeren zelf.
Anne Sophie Poulain
Reageer op dit bericht