Kleef, een Duits stadje aan de grens met Nederland, is op 23 mei het toneel voor een topoverleg tussen Nederlandse en Duitse regeringsdelegaties. Nog niet eerder werd op deze wijze tussen beide landen overleg gevoerd. Samenwerking op het gebied van energie, onderzoek en innovatie zijn een aantal van de actuele kwesties die op de agenda staan.

Duitsland is Nederlands belangrijkste handelspartner. Omgekeerd is er maar één land (Frankrijk) waarmee Duitsland meer handel drijft dan met Nederland. Is deze economische verbondenheid niet reden genoeg voor een jaarlijks topoverleg tussen beide regeringen? Volgens Han ten Broeke (VVD) en Henk Jan Ormel (CDA) wel. Zij drongen eind 2011 in een motie aan op een Nederlands-Duitse top.

Aan die oproep is gehoor gegeven. Deze week komen delegaties van beide regeringen voor ééndaags overleg bij elkaar in het Kurhaus Kleve, aan de Nederlands-Duitse grens. Onder het thema ‘duurzame groei’ spreken zij onder andere over innovatie, duurzame energie en financiële duurzaamheid. Nederland en Duitsland ambiëren een gezamenlijke voortrekkersrol in Europa op deze terreinen. Ten Broeke zegt desgevraagd verheugd te zijn dat beide regeringen, in de geest van zijn motie, aan deze ambitie tijdens de top handen en voeten willen geven.

Voortouw
“Duurzame economische groei zal ook op de volgende Europese voorjaarstop centraal staan. Het is goed dat Nederland en Duitsland daarin nu het voortouw nemen”, aldus Ten Broeke. Wat hem betreft moet samenwerking op het gebied van energie daarin een speciale plek krijgen. Als de nationale energienetwerken beter op elkaar aansluiten en de energiezekerheid over de landsgrenzen heen wordt verbeterd, kan dat de economische groei bevorderen. Volgens Ten Broeke is het dus ook in het belang van Europa hierover afspraken te maken.

Over energie zullen Duitsland en Nederland tijdens het topoverleg in elk geval spreken, zoals de beide ministers van Economische Zaken dat in februari van dit jaar ook al deden. Toen ging het in het bijzonder over de integratie van duurzame energie in het stroomnet en het waarborgen van de stroomvoorziening tijdens dat proces. De Duitse en Nederlandse stroomnetwerken staan al niet meer helemaal los van elkaar, doordat de Nederlandse elektriciteitstransporteur Tennet een deel van het Duitse stroomnet heeft aangekocht.

Energiewende
Het Nederlandse staatsbedrijf Tennet is tegelijk verantwoordelijk voor een hoofdpijndossier in de bilaterale betrekkingen. De netbeheerder bleek in 2012 de aansluiting van een nieuw offshore windmolenpark voor de kust van Duitsland met het Duitse stroomnet niet te kunnen bekostigen.

Sindsdien is het bedrijf met hulp van externe investeerders bezig alsnog de financiële middelen bijeen te brengen. De Duitse economieminister Rösler (FDP) benadrukte tijdens de ontmoeting in februari het belang daarvan: “Tennet heeft, net als de andere netbeheerders, de verantwoordelijkheid aan zijn plichten te voldoen. Alleen zo kan de Energiewende in Duitsland lukken.”

Waar het gaat om die Energiewende, de verduurzaming van de energievoorziening, lijkt Nederland op dit moment nog veel van Duitsland te kunnen leren. In Duitsland is meer dan 20 procent van de energieopwekking duurzaam. Nederland heeft als doel 16 procent van de energiewinning te verduurzamen voor 2020; momenteel ligt het aandeel hernieuwbare energie onder 5 procent.  (Bron: Duitslandweb)