Met minder dan drie jaar te gaan tot de deadline van de Millenniumdoelen in 2015 worstelen wereldleiders met de doelstelling om meer banen te creëren.
Voor vrouwen en jongeren is dit een van de belangrijkste wapens in de strijd tegen armoede. Tijdens een bijeenkomst afgelopen vrijdag waar wereldleiders, ambassadeurs en het maatschappelijk middenveld de agenda voor na 2015 bespraken, werd opnieuw duidelijk dat het creëren van extra banen een heikel punt is.
Millenniumdoelstellingen
Wel is er bij allen de overtuiging dat meer banen de voorwaarde zijn voor groei. Het creëren van werkgelegenheid moet dus de hoogste prioriteit krijgen en nu al opgenomen worden in de millenniumdoelstellingen (MDG’s).
De millenniumdoelstellingen werden geformuleerd in 2000. Doelen zijn onder meer het reduceren van extreme armoede, wereldwijd basisonderwijs en het verbeteren van de kraamzorg en gezondheid van moeders.
Op de vergadering hadden een aantal sprekers kritiek op het rapport over werkgelegenheid en groei van het panel dat zich over de agenda voor na 2015 buigt. Dat panel staat onder co-voorzitterschap van de Britse premier David Cameron, de president van Liberia Ellen Sirleaf en de Indonesische president Susilo Bambang Yudhoyono.
De maatschappelijke leiders vonden het rapport te conservatief en ontoereikend om de structurele problemen en de inkomensongelijkheid aan te pakken. Volgens gegevens van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) is de werkloosheid gestegen van 170 miljoen in 2007 naar 200 miljoen in 2012. Onder hen zijn 75 miljoen jonge mensen.
470 miljoen nieuwe banen
Ook de sterke bevolkingstoename vormt een enorme uitdaging voor de toekomstige werkgelegenheid. Wereldwijd groeit de beroepsbevolking met 40 miljoen mensen per jaar. Dat wil zeggen dat er 470 miljoen nieuwe banen moeten worden gecreëerd tussen 2016 en 2030 om aan de vraag naar arbeidsplaatsen te kunnen voldoen.
Een ander probleem is de achterstelling van gemarginaliseerde groepen zoals jongeren op de arbeidsmarkt en de genderongelijkheid in sommige regio’s. Met name in het Midden-Oosten en Noord-Afrika is de kloof erg groot. De mannelijke werkgelegenheid zit er ongeveer op 60 procent terwijl de arbeidsparticipatie van vrouwen rond of onder de 20 procent schommelt.
Lucy Westcott
Reageer op dit bericht