Een grote groep Europese universiteiten en bedrijven zijn deze week gestart met het project ADEPT, dat door de Technische Universiteit Eindhoven wordt gecoördineerd. De deelnemers gaan nieuwe concepten ontwikkelen voor elektrische aandrijving voor allerlei soorten voertuigen, en tegelijk worden jonge onderzoekers opgeleid die op dit gebied op systeemniveau kunnen denken.
De officiële start van ADEPT was dinsdag 1 oktober op de TU/e. 25 partijen nemen deel, uit acht landen. Deelnemers zijn onder meer de TU/e, University of Oxford, Politecnico di Milano, Technical University of Munich, Katholieke Universiteit Leuven, Jaguar/Landrover en IHC Merwede. De coördinatie is in handen van hoogleraar prof.dr. Elena Lomonova en dr. Johan Paulides, beiden van de groep Electromechanics and Power Electronics van de TU/e.
De achtergrond is dat er naar verwachting in de nabije toekomst veel meer elektrisch aangedreven voertuigen komen, en dat de rol van de traditionele verbrandingsmotor in onder meer auto’s, boten, motoren en vrachtwagens steeds kleiner wordt. Veertien jonge onderzoekers, waaronder twaalf promovendi, gaan de belangrijkste bottlenecks tackelen op het terrein van zogenoemde ‘E-propulsion systems’. Ze gaan kijken naar concepten, methoden en ontwerptools, om te komen tot elektrische aandrijvingssystemen met optimale prestaties, lage kosten en hoge milieuvriendelijkheid.
Tegelijk krijgen de veertien jonge onderzoekers een uitgebreide, multidisciplinaire opleiding, waarbij ze zowel de universiteiten als de industrie leren kennen. Volgens hoogleraar Lomonova is er een sterk tekort in de EU aan specialisten die elektrische aandrijvingssystemen integraal overzien, en bijvoorbeeld ook ondernemersvaardigheden hebben. Het project moet een virtueel ontwikkelingslab opleveren waarin universiteiten en de industrie in Europa samenwerken.
ADEPT krijgt 3,6 miljoen euro steun van de EU en gaat vier jaar lopen. Het geld komt uit het programma Marie Curie Actions. Een onderdeel daarvan zijn de Initial Training Networks, die gericht zijn op het opleiden van uitmuntende jonge onderzoekers in samenwerkingen tussen kennisinstellingen en industrie.
Reageer op dit bericht