Nederlandse boeren krijgen ruime mogelijkheden hun bedrijf te vergroenen voor premies uit landbouwgelden van de Europese Unie. Dat staat in de brief van staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken over de nationale invulling van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB), waar de provincies en maatschappelijke (boeren)organisaties nauw bij zijn betrokken.
Dijksma wil net als Brussel dat boeren verplicht vergroenen, maar tegelijkertijd wel dat dit op passende wijze gebeurt. Met oog voor ondernemerschap en een gelijk speelveld.
Verder kiest Dijksma voor de toekomst, met meer slagkracht voor jonge boeren door extra financiële ruimte. Ook komt er een graasdierpremie voor dieren die in natuurgebieden grazen. De financiële afspraken gelden voor de periode 2014 – 2020. Het budget voor premies gaat van €793 miljoen in 2014 naar €732 miljoen in 2020. Daarbuiten is voor de ontwikkeling van het boerenerf €85 miljoen per jaar beschikbaar, aangevuld met cofinanciering vanuit provincies, waterschappen en het Rijk.
Dijksma: ‘Het is goed dat boeren meer gaan vergroenen, zonder dat de ruimte voor ondernemen verdwijnt. Een stevige, duurzame agrarische sector versterkt onze positie als wereldspeler en vervult de groeiende vraag van consumenten naar voedsel. Onze boeren van de toekomst hebben een belangrijke rol hierin en moeten daarom extra ondersteund worden.’
Vergroening
De staatssecretaris biedt boeren een palet aan mogelijkheden om hun vergroening te realiseren en in aanmerking te komen voor geld uit het GLB. Vergroeningsmaatregelen worden vanuit de Europese Commissie verplicht voor 30% van de premies die boeren ontvangen. Boeren kunnen onder meer kiezen uit pakketten van groene maatregelen: akkerranden met aangrenzende sloten voor biodiversiteit (bijen) of natuurvriendelijke oevers of landschapselementen als houtwallen, heggen en poelen. Ook is er ruimte voor boeren om gezamenlijk op te trekken. Met de graasdierpremie wordt het beheer van natuurgronden door begrazing ondersteund, wat de natuurwaarde kan verhogen.
Jonge boeren
In Nederland is slechts 5% van de boeren onder de 35 jaar. Agrarische ondernemers zijn essentieel voor de toekomst van de landbouw, het creëren van voedselzekerheid en behoud van het Nederlandse landschap. Daarom wil Dijksma voor jonge boeren een extra premie bovenop de algemene GLB-betaling. Jonge boeren moeten daarnaast kunnen investeren in innovatie van hun bedrijf. Daar komt jaarlijks totaal €5 miljoen voor beschikbaar.
Ontwikkeling boerenerf
Dijksma is met de provincies overeengekomen dat geld uit het plattelandsontwikkelingsprogramma (POP 3) vanaf 2014 vooral gaat naar het versterken van innovatie en concurrentiekracht, jonge boeren, natuur en landschap, waterkwaliteit en de sociaal-economische ontwikkeling van het platteland. POP 3 moet ook bijdragen aan internationale doelen op het gebied van natuur, milieu, water, dierenwelzijn en energie, waar het boerenerf een centrale rol heeft. In totaal is tot en met 2020 per jaar €85 miljoen vanuit Brussel voor het pop 3 beschikbaar, aangevuld met co-financiering vanuit het Rijk en de provincies. Zo gaat onder meer €20 miljoen naar het verspreiden van kennis en het ontwikkelen van nieuwe prototypes voor bijvoorbeeld precisielandbouw (waarbij gewassen heel nauwkeurig die behandeling krijgen die ze nodig hebben) of duurzame stallen. Daarbij gaat €60 miljoen naar agrarisch natuurbeheer om de achteruitgang van biodiversiteit in het agrarisch gebied af te remmen en €25 miljoen naar de verbetering van de waterkwaliteit. Voor toegankelijkheid en de ligging van landbouwbedrijven wordt €15 miljoen gereserveerd. Omdat weersextremen zeer ingrijpende gevolgen voor het inkomen kunnen hebben wordt de premie voor de brede weersverzekering ondersteund met €totaal 9 miljoen.
Nieuwe manier van betalen
Het systeem van directe betalingen gaat geleidelijk veranderen. Het komt nu voor dat vergelijkbare bedrijven ongelijke betalingen ontvangen omdat die gebaseerd zijn op hun productie in het verleden. Daarom wordt een gelijke betaling per hectare ingevoerd voor landbouwgrond die daadwerkelijk in gebruik is. Het is belangrijk dat deze overgang geleidelijk en voorspelbaar verloopt zodat bedrijven zich kunnen voorbereiden en aanpassen. Vanaf 2019 is er naar verwachting een premie van €270 per hectare met een vergroeningspremie van €120 per hectare.
Reageer op dit bericht