Na de WikiLeaks-affaire in 2010 werden de Verenigde Saten dit jaar opnieuw met een lastige klokkenluider geconfronteerd. Edward Snowden lekte bijzonder gevoelige informatie over de afluisterpraktijken van de NSA, met gevolgen over de hele wereld.
Niet lang nadat Snowden in de kranten The Guardian en Washington Post details prijsgaf over de schaal en diepgang van de Amerikaanse afluisterpraktijken, spanden Amerikaanse burgers en instellingen de eerste rechtzaken aan tegen de National Security Agency (NSA).
Op het internationale toneel kregen de VS een meer indirecte reactie. De Algemene Vergadering van de VN veroordeelde de elektronische spionage maar noemde de VS niet bij naam. De resolutie stelt dat het vergaren van gevoelige informatie verantwoord is om de nationale veiligheid te beschermen of criminele activiteiten te onderzoeken, maar dat lidstaten zich moeten houden aan de internationale mensenrechten. “Het illegaal afluisteren van privéconversaties en het massaal onderscheppen van persoonlijke data van burgers is erg ingrijpend en vormt een schending van het recht op de vrijheid van meningsuiting en de privacy, en het bedreigt de fundamenten van de democratische samenleving”, aldus de Algemene Vergadering.
Naast de vele kritiek van mensenrechtenorganisaties kregen de praktijken ook kritiek van milieuactivisten. Zij wezen er op dat de verwerking van de gigantische hoeveelheid data een enorme ecologische voetafdruk nalaat. Een nieuw datacenter zal bijvoorbeeld 6,4 miljoen liter water per dag verbruiken en massale hoeveelheden energie nodig hebben, in een regio waar nu al waterschaarste is.
Een van de landen die hoog op het lijstje van bespioneerde landen staan, is Brazilië. Uit documenten van klokkenluider Snowden bleek dat de NSA onder meer het Braziliaanse oliebedrijf Petrobras bespioneerde. Petrobras, het op drie na grootste oliebedrijf ter wereld, ontdekte in 2007 reusachtige olievoorraden voor de kust van Brazilië en heeft veel ervaring met boringen in de diepzee.
De Braziliaanse overheid protesteerde fel. “Het is duidelijk dat het hier niet over de veiligheid of de strijd tegen het terrorisme gaat, maar over economische en strategische belangen”, reageerde de Braziliaanse president Dilma Rousseff.
Maar tegelijk blijkt Brazilië vrijwel machteloos te staan tegenover de praktijken. Defensieminister Celso Amorim gaf in het parlement toe dat cyberdefensie nog in de kinderschoenen staat in Brazilië. Dit jaar was er op dit departement 33 miljoen euro begroot, een kwart van wat bijvoorbeeld Groot-Brittannië daarvoor vrijmaakt.
Begin september onthulde de Amerikaanse journalist Glenn Greenwald dat het NSA vorig jaar elektronische communicatie van de Braziliaanse president Dilma Rousseff en de Mexicaanse presidentskandidaat (en ondertussen president) Enrique Peña Nieto had ingekeken. Daarop vroegen ook Mexicaanse organisaties meer bescherming van de overheid tegen buitenlandse spionage.
Reageer op dit bericht