De uitgestrekte Costa Ricaanse Thermische Koepel in de oostelijke Grote Oceaan wordt een beschermd gebied. Bijna vijftig jaar geleden werd het stuk oceaan aangemerkt als een van de zeegebieden met de rijkste diversiteit in de wereld.
Tijdens de twaalfde Biodiversiteitsconferentie (COP12) die afgelopen week is afgesloten in Pyeongchang in Zuid-Korea, kreeg de Koepel op verzoek van Costa Rica het predicaat Ecologisch en Biologisch Significant Gebied (EBSA).
Dit betekent dat er meer gedaan kan worden aan natuurbeheer en onderzoek in het gebied, een belangrijke migratie- en voedselzone voor soorten zoals de blauwe vinvis, de lederschildpad en de gewone dolfijn. “Een gezonde oceaan is een garantie voor een betere levensstandaard van de mensen die op een of andere manier van de zee afhankelijk zijn”, zei de Costa Ricaanse plaatsvervangend minister van Water, Oceanen, Kusten en Moerassen, Fernando Mora, in een reactie.
De Costa Ricaanse Thermische Koepel is 300 tot 500 kilometer breed. De stroming en de wind uit het Caraïbische gebied brengen de voedingsstoffen uit het koude, diepere water naar de oppervlakte en creëren zo een perfect ecosysteem voor het zeeleven. De Koepel verplaatst zich met de wind en stroming van de zee. Een half jaar is hij te vinden vlak voor de kust van Costa Rica (bij Papagayo in het noordwesten van het land), en het andere half jaar verder in zee. Het centrum van de koepel ligt op 300 kilometer afstand van de kust.
Het beschermen van het ecosysteem brengt volgens Costa Rica ook economische voordelen met zich mee. Bij commerciële vissoorten zoals tonijn, kan de vangst in het gebied worden gereguleerd. De toeristenindustrie, een pijler van de Costa Ricaanse economie, kan profiteren van toeristen die dolfijnen en bultruggen willen zien. De koepel is voor deze dieren een migratieroute.
De overheid, wetenschappers en maatschappelijke organisaties hopen dat de beschermde status het mogelijk maakt meer informatie over de rijke biodiversiteit in het gebied te verzamelen. “Vanuit de wetenschap vinden we dat er als eerste onderzoek moet worden gedaan, maar dat staat onderaan op de lijst”, zegt Omar Lizano Rodríguez, oceanograaf bij het Onderzoekscentrum voor Zeewetenschap en Limnologie (CIMAR) van de Universiteit van Costa Rica.
Het gebied is al diverse keren onderzocht. De laatste keer gebeurde dat in januari 2014, met medewerking van natuurbeschermingsorganisaties MarViva en Mission Blue. Zij deden onderzoek naar het gedrag van de lederschildpad.
do, okt 23, 2014
Politiek en Samenleving, Wetenschap en Natuur