Na windmolens lonken ook zonnecentrales naar het water. In Japan bouwt Kyocera aan het grootste drijvende zonnepark ter wereld.

De zonnecentrale bestaat uit 50.000 zonnepanelen, goed voor een oppervlakte van 180.000 vierkante meter. De panelen liggen op evenveel pontons die drijven op het Yamakura-stuwmeer.

Eens volledig operationeel zal de centrale een capaciteit hebben van 13,4 megawatt. Dat is genoeg voor een jaarproductie van 15.635 megawattuur of het stroomverbruik van 4700 gezinnen. Japan spaart zo jaarlijks 7800 ton CO2 per jaar uit.

Energiebedrijven kijken steeds vaker richting het water voor de bouw van grote zonnecentrales, die veel oppervlakte nodig hebben. De oppervlakte op het water is niet alleen veel goedkoper dan het pachten van landbouwgrond, maar het water heeft als bijkomend voordeel dat de zonnepanelen hun overtollige hitte sneller kwijt kunnen dan conventionele installaties op het land.

Zo werden in Groot-Brittannië 800 panelen op een meer in Berkshire geplaatst. Het Israëlische bedrijf Solaris Synergy werkt zelfs aan zonnepanelen op zee.