Zelfs de grootste vervuiler ter wereld, China, begint iets te doen aan zijn afhankelijkheid van steenkool, zegt Mark L. Clifford, directeur van de Asia Business Council. Een razend populaire Chinese documentaire helpt daarbij.
Als China één doel zou moeten nastreven, zou dat een vermindering moeten zijn van zijn afhankelijkheid van steenkool. Het land is verantwoordelijk voor bijna de helft van het steenkoolgebruik wereldwijd en een derde van de uitstoot van broeikasgassen. Dit aanpakken is cruciaal om klimaatverandering in toom te houden.
Minder steenkool
Het goede nieuws is wel dat het gebruik afgelopen jaar licht lijkt te zijn gedaald, al is dat wellicht een technische kwestie. Wel wordt er geschat dat deze daling doorzet, van 72,5 procent van de totale uit steenkool opgewekte energie vorig jaar tot 60 procent in 2020. Dat zou betekenen dat de emissies ook kunnen gaan dalen. Vóór 2030, zoals het vorig jaar in een akkoord met de Verenigde Staten beloofde, of zelfs eerder. Maar daarvoor moeten de leiders wel stappen durven zetten.
De hernieuwbare energiesector groeit intussen snel. Vorig jaar besteedde China hier 82 miljard euro aan, veel meer dan de 48 miljard euro van de nummer twee in de wereld, de VS. China heeft nu wereldwijd het grootste vermogen aan windenergie, en op Duitsland na het grootste vermogen aan zonne-energie.
Documentaire
Dit wordt voortgedreven door een groeiende bewustwording onder de middenklasse. Zo zagen meer dan 300 miljoen Chinezen de documentaire “Onder de koepel”, een kritische film over de gezondheidsschade door luchtvervuiling en de rol van de kolen- en oliesector.
De documentaire kwam eind februari uit, niet toevallig vlak voor de jaarlijkse vergadering van het Volkscongres. Volgens de nieuwe milieuminister, Chen Jining, was de film te vergelijken met het bekende boek Silent Spring uit 1962, dat het milieuprobleem introduceerde bij de Amerikaanse bevolking. Desondanks – of wellicht, daardoor – is de documentaire en het bijbehorende debat uit de Chinese media verwijderd.
Toch doet de regering wel haar best om het probleem aan te pakken. Door de investeringen is de prijs van hernieuwbare energie al aan het dalen. Volgens onderzoekers kan windkracht in theorie in 2030 heel China van energie voorzien, voor dezelfde prijs als steenkool.
China zou veel meer moeten doen. Ook de efficiëntie van bestaande systemen kan nog sterk worden verbeterd. De economie is drie keer zo energie-intensief als de Amerikaanse, zelf al niet een voorbeeld van energie-efficiëntie. Met een combinatie van een koolstofbelasting en het stimuleren van hernieuwbare energie zou de piek in de uitstoot van China al begin jaren twintig kunnen plaatsvinden.
Ontkoppeling
Dat zou een grote stimulans zijn voor de wereldwijde inspanningen om de uitstoot te reduceren. Die beginnen hun vruchten al af te werpen, blijkt uit nieuwe cijfers van het International Energy Agency die laten zien dat de uitstoot in 2014 niet toenam. Dat is drie keer eerder gebeurd in de afgelopen veertig jaar, maar dit is de eerste keer in een jaar dat de economie wel groeide, met 3 procent. Als de uitstoot ontkoppeld wordt van economische groei, wordt de kans veel groter dat klimaatverandering werkelijk kan worden beperkt.
China heeft nog een lange weg te gaan. Maar de recente vooruitgang laat zien dat zelfs de grootste en meest vervuilde landen hun economie kunnen verduurzamen en kunnen helpen in de strijd tegen klimaatverandering.
© Project Syndicate
Mark L. Clifford is directeur van de Asia Business Council en auteur van ‘The Greening of Asia: The Business Case for Solving Asia’s Environmental Emergency’. Hij was eerder hoofdredacteur van onder meer de South China Morning Post.
di, apr 7, 2015
Economie en Ondernemen, Politiek en Samenleving, Topartikelen, Wetenschap en Natuur