Fjorden zijn niet alleen een belangrijke toeristische trekpleister, maar spelen ook een grote rol in de regeling van het klimaat. Uit een studie in Nature Geoscience blijkt dat ze grote hoeveelheden CO2 opslaan.
Een team van geochemici uit de VS, Nieuw-Zeeland en Zuid-Afrika bestudeerde honderden bodemstalen van fjorden over de hele wereld. Op basis van die metingen schatten ze dat fjorden jaarlijks zo’n 18 miljoen ton CO2 opslaan.
Fjorden doen het daarmee nog veel beter dan het gemiddelde in de oceanen. “Zo komt het dat, hoewel ze maar 0,1 procent van het oppervlak van de wereldzeeën uitmaken, fjorden een cruciaal opslagvat zijn voor organische koolstof”, zegt medeauteur Candida Savage, hoogleraar aan de University of Otago in Nieuw-Zeeland.
Diepte
Fjorden zijn lange, diepe en smalle inhammen die gevormd zijn tijdens ijstijden. Ze zijn vooral te vinden in Noord-Europa, Groenland, Noord-Amerika, Nieuw-Zeeland en Antarctica. Door hun diepte zijn de wateren zuurstofarm en vormen ze een stabiele omgeving waar koolstofrijke sedimenten zich kunnen opstapelen.
Uit het onderzoek blijkt dat de fjorden vooral een belangrijke regulerende rol spelen tussen ijstijden in. Als gletsjers zich terugtrekken, houden de fjorden CO2 vast, die bij de volgende ijstijd uit de fjord geduwd wordt door een nieuwe gletsjer.
“In essentie werken de fjorden als een tijdelijk opslagvat van CO2 tussen twee ijstijden in”, zegt Savage. “Die conclusie heeft belangrijke implicaties voor ons begrip van de wereldwijde CO2-cyclus en de klimaatverandering.”
Reageer op dit bericht