In Nepal steken vele Nederlanders de handen uit de mouwen om aardbevingsslachtoffers te helpen. Sommigen zijn in dienst van een hulporganisatie, anderen bieden hulp op persoonlijke titel of via een NGO. Hun werk is vermoeiend, en zoals het overlijden van een Nederlandse hulpverlener van Artsen Zonder Grenzen bij een helikopter crash aantoonde, niet zonder gevaar.
Iljitsj Wemerman, Teamleader bij CARE Nepal, was in gesprek met de lokale politie in Botang Jarna, een zwaargetroffen dorp, toen de aarde ‘hevig begon te schudden’. Een collega klampte zich met beide handen aan hem vast. “Ik zag mensen rennen, hoorde geschreeuw en huilende kinderen. Huizen die nog overeind stonden storten in, net als in een film. Grote rotsen rolden van de bergen omlaag. Heel onwerkelijk.”
Iljitsj was getuige van de tweede heftige aardbeving die Nepal op 12 mei trof. Dankzij zijn snelle optreden kon een gewonde vrouw per helikopter worden geëvacueerd. Door een aardverschuiving kon de hulpverlener het dorp niet verlaten. “Na een lange wandeling in de hete zon werden we de volgende dag opgepikt door een ander CARE team. Bij terugkomst was er geen tijd om te rusten. Er was teveel werk.”
Wemerman is een van de korte termijn medewerkers van hulporganisaties die zich inzetten voor de slachtoffers in Nepal. Zij werken als team leaders of specialisten voor organisaties als het Rode Kruis, ICCO, Cordaid, Oxfam Novib, Plan Nederland, Tearfund of Save the Children.
Volgens My World en Vierde Pijler Steunpunt zijn naast de ‘grote jongens’ een vijftigtal Nederlandse en Belgische stichtingen actief in Nepal. Zo’n tweehonderd Nederlanders wonen permanent in Nederland. Ongeveer de helft van hen helpt op persoonlijke titel.
Alien Hospers kwam naar Nepal voor meditatie en de liefde, en ondersteunt nu samen met haar Tibetaanse vriend slachtoffers in de provincies Nuwakot en Dhading. “Toen we na de aardbeving enigszins tot rust waren gekomen begon ik me nutteloos te voelen. Ik moest iets doen. Met het geld van vrienden en bekenden kochten we materialen in, die we per truck naar de dorpen brachten.” In eerste instantie richtten Alien en haar team zich op dekzeilen en etenswaren. Nu de moesson voor de deur staat ligt de nadruk op het uitdelen van bouwmaterialen voor tijdelijk onderdak.
Ook Alien’s werk is niet zonder gevaar. Tijdens een van de transporten raakte de truck van de weg. De Nederlandse verstuikte haar voet toen ze bleef steken achter een touw. “Toen ik eindelijk op de weg stond zag ik dat een van de wielen over de afgrond hing. Dat was geen prettige gewaarwording,” aldus Alien.
Toen Benjamin van Ooij in 2014 naar Nepal terug verhuisde om een biologische boerderij cum training centrum te beginnen kon de permaculture specialist niet vermoeden dat hij zich een jaar later met noodhulp bezig zou houden. Benjamin kwam na de eerste aardbeving met zijn gezin vast te zitten in Hetauda, in het zuiden van Nepal.
Pas na een week kreeg Benjamin de kans Ashapuri te bezoeken, de locatie van zijn organisatie Herb Nepal. Van de 180 families bleken 161 hun huis kwijt te zijn. “Ik had in Hetauda al een hele partij dekzeilen ingekocht. We hebben die meteen samen met etenswaren uitgedeeld, en een groep mensen heel blij kunnen maken.”
Benjamin richt zich nu op het bouwen van een tijdelijke school, behuizing en toiletten. Een snelle fundraiser leverde 20.000 euro op. “De mensen moeten zelf meehelpen bij de bouw. We gebruiken restanten hout voor het frame, zinkplaten voor het dak en gevlochten bamboe voor de muren.” Benjamin is van plan noodvoorraden en een satelliettelefoon voor de boerderij aan te schaffen. De nieuwbouw wordt aardbevingsbestending. Benjamin: “Bij een volgende noodsituatie wil ik beter voorbereid zijn.”
Het werk is zwaar, en er heerst een constant gevaar voor naschokken en aardverschuivingen. Aline sliep wekenlang buiten onder een dekzeil maar woont nu weer in haar eigen huis. Zij blijft nerveus voor naschokken. “Elke keer gaat mijn hart tekeer. Als ik van een hulptrip terug kom voel ik me een paar dagen doodmoe.”
Iljitsj slaapt met vier collega’s in een kleine kamer op kantoor of in een tentje in het veld. Het werkgebied is heet en stoffig, en wordt geplaagd door vliegen en steekmuggen. De CARE medewerker maakt lange dagen en heeft al wekenlang geen vrije dag gehad. “Ik zou nu een week vakantie vieren maar dat lukt niet omdat er een grote partij goederen aan komt. Opbranden is de valkuil.”
Lucia de Vries
Reageer op dit bericht