Arme Boliviaanse vrouwen aan de rand van hoofdstad Sucre nemen het heft in eigen handen. Ze gaan biologische groenten kweken en brengen zo geld binnen voor het gezin.

De meeste vrouwen die van het platteland naar Sucre zijn getrokken, hebben geen werk. Ze gaan daarom zelf biologische groenten kweken die ze in de stad verkopen. Het levert hen erkenning op in hun gezin en gemeenschap en maakt hen economisch onafhankelijk, zegt Lucrecia Toloba, die een overheidsprogramma voor stedelijke en voorstedelijke landbouw rond de hoofdstad Sucre beheert.

De eigen maaltijden worden ook voedzamer. “We willen de ondervoeding helemaal uitbannen”, zegt landbouwingenieur Guido Zambrana, coördinator van het Project Stadstuinen.

Melk en vlees voor de kinderen
Bij het project zijn 83 voorstadswijken betrokken. Het krijgt de steun van de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) van de Verenigde Naties.

Een van de 680 vrouwen die al meedoen, is Celia Padilla. De inheemse vrouw uit Potosí arriveerde in 2000 in Sucre. Haar man heeft af en toe werk als metselaar.

Ze begon zelf vorig jaar met een tuintje van 8 vierkante meter. Met wat ze verkoopt “koop ik melk en vlees voor de kinderen.”

Nu heeft ze plannen voor een terrein van 500 vierkante meter waar ze samen met haar man een serre wil bouwen.

Biologische landbouw
In Sucre, dat zich op 2760 meter bevindt, schommelen de temperaturen tussen 12 en 25 graden. Met de steun van de overheid krijgt dit stadslandbouwproject serres.

De gezinnen brengen de grond in en bouwen de serres. Volgens FAO-gegevens produceert elke serre in het project 500 kilogram groenten per jaar, in drie oogsten. 60 procent is voor eigen gebruik. De rest is voor de verkoop, individueel of collectief.

Omdat het water schaars is, zorgt de overheid ook voor watertanks van 2000 liter. Die vangen in het regenseizoen het water op, nadien kan het water voor irrigatie dienen.

De vrouwen kweken biologische groenten. Een comité van landbouw- en consumentenorganisaties ziet toe op de kwaliteit. “De vrouwen gebruiken geen meststoffen, ze gebruiken organisch materiaal en maken op die manier de productie duurzaam”, zegt Yusuke Kanae van het FAO-kantoor in Sucre.