In 2016 daalde de werkloosheid sterker dan in de jaren daarvoor. Was in december 2015 nog 6,6 procent van de beroepsbevolking werkloos, een jaar later was dit 5,4 procent. Tien jaar geleden, in 2006, was er voor het laatst sprake van een daling van deze omvang. Onder 45-plussers daalde de werkloosheid het sterkst. Het aantal werkende 45-plussers nam met bijna 110 duizend toe in een jaar tijd. Dit meldt CBS.
Het werkloosheidspercentage lag in 2016 wel hoger dan voor de crisis. Eind 2008 was dat met 3,6 het laagst en in februari 2014 bereikte het de hoogste stand (7,9 procent).
Werkloosheid daalde meest onder ouderen in 2016
Het werkloosheidspercentage daalde in 2016 het sterkst onder 45-plussers: van 6,4 naar4,9. De werkloosheid onder ouderen nam het meest af in het derde kwartaal. Ook onder jongeren en 25- tot 45-jarigen daalde de werkloosheid het afgelopen jaar, maar wel minder sterk.
Laagste jeugdwerkloosheid in vijf jaar
De jeugdwerkloosheid nam begin 2016 nog licht toe, maar daalde van 11,4 procent in maart naar 10,2 procent in december. Dit is het laagste werkloosheidspercentage onder jongeren in de afgelopen vijf jaar. In september 2011 was de jeugdwerkloosheid voor het laatst zo laag, terwijl die in september 2013 met bijna 14 procent van de jeugdige beroepsbevolking het hoogste punt bereikte.
Vooral meer 45-plussers aan de slag
Het aantal werkenden groeide flink tot bijna 8,5 miljoen. Tussen december 2015 en december 2016 kwamen er 177 duizend personen bij, waardoor er eind 2016 zelfs meer werkenden waren dan bij het begin van de crisis. Het gros van deze toename kwam voor rekening van 45-plussers (+108 duizend). Vooral tussen mei en september kwamen er meer ouderen met betaald werk bij. Zo was de toename van het aantal werkende ouderen in september de grootste in vijf jaar tijd. Ook meer jongeren en 25- tot 45-jarigen gingen in 2016 aan de slag, maar hun toename was minder sterk: respectievelijk 34 en 36 duizend.
Arbeidsdeelname neemt verder toe
Het aantal werkenden als percentage van het totaal aantal 15- tot 75-jarigen (de netto-arbeidsparticipatie) is in 2016 verder toegenomen. Bijna twee op de drie (66,2 procent) hadden betaald werk in december 2016, tegenover 65,4 procent een jaar eerder. Ondanks deze toename is het niveau van het begin van de crisis nog niet bereikt. Begin 2009 had nog 68,3 procent betaald werk. Hierna daalde dit percentage jaren achtereen. Begin 2014 bereikte het zijn laagste niveau (64,4 procent) sinds het begin van de crisis.
Van 25- tot 45-jarigen werkt veruit het grootste deel. Ruim acht op de tien (83,9 procent) hadden in december 2016 betaald werk. Onder jongeren en ouderen was dit een aanzienlijk kleiner deel: 61,0 en 56,6 procent. Van deze groepen noteerden ouderen wel de grootste toename.
Reageer op dit bericht