Economische groei is een voorwaarde voor voedselzekerheid in ontwikkelingslanden. Dat zegt minister Koenders in de notitie ‘Groei en Verdeling’ die hij vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.

De notitie bevat een aantal aanbevelingen gericht op het versterken van het ondernemingsklimaat, zoals een goed functionerend financieel systeem en adequate wet- en regelgeving. Dat zijn voorwaarden voor het bevorderen van investeringen in arme landen. Landbouw is de motor van economische groei in ontwikkelingslanden en zorgt voor veel werkgelegenheid, juist ook voor de armere bevolkingsgroepen. Het verbeteren van productiviteit in de landbouw draagt bij aan het verminderen van armoede op het platteland en aan voedselzekerheid, aldus Koenders in de notitie. Hij heeft hiervoor jaarlijks 50 miljoen euro vrijgemaakt en de samenwerking met het ministerie van LNV geintensiveerd.

In de notitie wordt ook een lans gebroken voor meer investeringen in energievoorziening, water en transport. Dat is een voorwaarde voor economische groei, maar heeft ook een positief effect op lonen en welvaart van arme mensen. Koenders heeft in 2008 een speciale regeling (ORIO) in het leven geroepen om de infrastructuur in partnerlanden te verbeteren en  wil bezien of het budget daarvoor kan worden verhoogd.

Ook wil hij de samenwerking met het Nederlandse bedrijfsleven en kennisinstellingen op het gebied van economische ontwikkeling versterken. Met het bedrijfsleven lopen reeds 70 publiek-private samenwerkingsvormen, bijvoorbeeld op het terrein van duurzame handel en financiering voor het MKB. Met Nederlandse kennisinstellingen is een kenniskring gestart op het gebied van economische groei en verdeling, met als doel om het beleid nog beter inhoudelijk te onderbouwen..

In de notitie wordt gesteld dat sociale uitgaven, zoals onderwijs, een positief effect hebben op de economische ontwikkeling in arme landen. Daarnaast worden de allerarmste bevolkingsgroepen op deze wijze ook in staat gesteld te profiteren van economische groei.

Eerder deze week bepleitte de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid in het  rapport ‘Minder pretentie, meer ambitie’ dat er meer aandacht besteed zou moeten worden aan ontwikkeling en minder aan directe armoedebestrijding. Koenders is het eens met het advies van de Raad en bekijkt of hij meer geld vrij kan maken voor programma’s gericht op het verbeteren van infrastructuur in ontwikkelingslanden en het vergroten van de productiviteit van de private sector, met name in de landbouw.