NEW YORK (IPS) – De Verenigde Naties maken geld vrij om ontwikkelingslanden te helpen de klimaatverandering te bestrijden. In december slaagden landen er tijdens de cruciale klimaattop in Kopenhagen niet in een bindend akkoord over de uitstoot van broeikasgassen te bereiken.
De lancering van de Adviesgroep voor Klimaatveranderingsfinanciering komt nadat in het Akkoord van Kopenhagen, de eindovereenkomst van de bijeenkomst van vorig jaar, werd gesteld dat er honderd miljard dollar per jaar nodig is om ontwikkelingslanden te helpen zich aan te passen aan de klimaatverandering.
Gordon Brown, de Britse premier, en zijn collega uit Ethiopië, Eles Zenawi, zitten de adviesgroep voor. Brown zei bij de lancering dat het doel is om tot 2012 voor zo’n dertig miljard dollar hulp te bieden aan arme landen. Daarna zou dat bedrag opgevoerd moeten worden tot honderd miljard per jaar in 2020.
Alternatieve financiering
Een van de belangrijkste taken van de adviesgroep is erop toe te zien dat landen hun in Kopenhagen gedane beloften nakomen. Geld daarvoor zou niet alleen van de belastingbetaler moeten komen, zei Brown, maar ook uit “innovatieve financieringsmechanismen”.
Een van die mogelijke mechanismen is een belasting op financiële transacties, waar Brown een voorstander van is. Die belasting zou gebruikt kunnen worden voor diverse ontwikkelingsinitiatieven en voor wereldwijde klimaatmaatregelen.
Een ander idee is anders besteden van geld waarmee de fossiele brandstofindustrie nu wordt gesubsidieerd, zegt Keya Chatterjee, directeur van het Amerikaanse World Wildlife Fund’s Climate Change Programme. De G20, het blok van de belangrijkste economieën in de wereld, sprak in september 2009 af dergelijke subsidies langzaam af te zullen schaffen. Een duidelijke deadline werd daarvoor echter niet gegeven.
Reageer op dit bericht