Volgens de Amerikaanse filosoof Rorty is onze persoonlijkheid, ons ik-gevoel, niets meer of minder dan een dynamische narratieve structuur, dat wil zeggen: het levensverhaal, permanent ‘under construction’ (voortdurend geüpdate en geredigeerd), dat wij onszelf blijven vertellen. Zoals de blindeman aan het hendeltje van zijn orgel draait, en diens noten zwart op wit een eigen geschiedenis krijgen, door hen steeds opnieuw ten gehore te brengen. Over Gautama Siddharta (de historische Boeddha) doen vele verhalen de ronde, maar wilde hij zichzelf en ons niet juist bevrijden van alle sprookjes?
Er was eens…
Sommige sociologen karakteriseren de mens als ‘verhalenverteller’ – die zin en betekenis geeft aan de wereld om zich heen door alles en iedereen (inclusief zichzelf), waar mogelijk, in een samenhangend chronologisch kader te plaatsen. Zo’n symbolische context is het boek en de film van ons leven, door beelden en begrippen verbonden. Maar waarom vertellen we onszelf en elkaar eigenlijk zo vaak onze verhalen? Omdat voor het individu zijn verhaal, dé wereld vertegenwoordigt, dat hem in staat stelt te geloven dat hij er allemaal nog iets van begrijpt, dat -ie het enigszins in de hand heeft. Verhalen kunnen namelijk onzekerheid en twijfels met betrekking tot de toekomst, anderen en onszelf buiten de deur houden. Zodra zulke vragen en angsten echter weer belletje beginnen te trekken en op het raam beginnen te kloppen, drukken wij automatisch op de herhaalknop van onze langspeelplaatspeler, want wie of wat zijn wij immers zonder onze geschiedenis?
Schetsblok
Volgens de multiple drafts theory van de Amerikaanse filosoof Daniel Dennet, is bewustzijn het tot officiële versie uitgeroepen worden van een van de vele werkelijkheidsontwerpen c.q. –kladjes, die zich elk moment in ons brein bevinden. Om de toekomst zo optimaal mogelijk te anticiperen, bedenken de hersenen meerdere versies van dezelfde roman. Omdat het leven tot de voorlaatste bladzijde een open einde zal blijven, worden er bijvoorbeeld zeven verschillende verhaallijnen voor morgen, of voor de karakterontwikkeling van de hoofdpersoon (JIJ!) geschreven. Onder druk van de omstandigheden – oorzaken en gevolgen in Boeddhistisch jargon – wordt dan telkens een van de potentiële kanshebbers, simultaan aanwezig in het on(der)bewuste, tot winnaar ‘gekozen’. En dat elk ogenblik opnieuw.
Te laat
Nu lijkt het logisch de zes ongepubliceerde of offline versies niet voor waar aan te nemen, maar zelfs de geactualiseerde versie is geen objectieve weergave van ‘de feiten’ – eerder een met terugwerkende kracht geprojecteerd interpretatieschema of een selectieve vertaalsleutel van een spervuur aan chaotische, ongelijksoortige indrukken uit het recente verleden. Een voetballer kan nooit live commentaar geven op zijn eigen spel. Daar wordt een commentator voor ingehuurd die de wedstrijd noodzakelijkerwijs met een kleine vertraging verslaat. Van hem of haar wordt bovendien verwacht uitsluitend opvallende c.q. relevante details te vermelden, die kenmerkend of specifiek zijn voor de betreffende situatie, in plaats van een willekeurige, onverschillige opsomming van alle zintuiglijke en via associatie beschikbare informatie te verschaffen. Niettemin, hoe men het ook wendt of keert: verhalen gaan altijd over ‘toen’, ‘zo-even’, ‘vroeger’ of ‘daarnet’. Het heden blijkt onbeschrijfelijk, want zodra het uitgesproken wordt, is het al geschiedenis. Zoals de grote wijzer van de klok eigenlijk immer een fractie van een seconde achterloopt op de tijd.
Tabula Rasa
In onze huidige mediamaatschappij hebben mensen over het algemeen meer interesse in andermans levensverhalen dan in hun eigen levensverhaal. Wat toont het kijkcijfer- en oplagesucces van roddelbladen, commerciële reality series, soaps, bestsellerlectuur, bioscoophits en popmuziek aan? Is het een uiting van de behoefte om meer dan één leven te leven? Of zijn het middelen om ons eigen leven voor even te vergeten? Stel je geheugen voor als een tabula rasa (onbeschreven blad), als een levenslange agenda. Steeds meer dagdelen worden in copy-paste-stijl gevuld met fragmenten uit het leven van bijvoorbeeld BN’ers, filmsterren of fictieve personages.
Aldus verleert men, zeker ook uit een gebrek aan resterende witregels, in eigen woorden te vatten wat hen overkomt, wat zij meemaken. Onpersoonlijke clichés en conformistische scripts rollen in grote getale van de persen. Originele verhalen raken verdrongen door en bedolven onder een gigantische hoop reproducties, mond-tot-mond-reclame, oor-tot-oor-fluister(k)ringen en een beperkt repertoire aan standaard motieven en stereotypen. Hoe voller het schrift, hoe minder bewegings- en handelingsvrijheid de regisseur en zijn cast ervaren, want de reeds aan zijn pen ontvloeide inkt bepaalt welke scenario’s wel en welke scenario’s nog (of niet meer) mogelijk of geloofwaardig zijn. Verhaallijnen zijn als de touwtjes die een poppenspeler aan zijn pop binden, als de gewrichten van ons lichaam.
Bijsmaak
Kijk eens naar een flitsend gemonteerde, experimentele MTV-clip. Het is een visueel-auditieve lapjesdeken van vluchtig aan elkaar gelijmde stukjes gemanipuleerde werkelijkheid. Maar heb je ooit het gevoel gehad echt tot in je vezels, tot in je zenuwuiteinden deel uit te maken van die waterval of dat ratjetoe aan kortstondige impressies? Werd het ooit meer dan een lauw aftreksel, een flauwe nasmaak, van ervaringen die wij nooit precies zo zullen beleven?
‘Het heden blijkt onbeschrijfelijk, want zodra het uitgesproken wordt, is het al geschiedenis’Als wij avond na avond vullen met (voorgekauwde, geacteerde, gefingeerde) verhalen over andere mensen, anderen tijden en andere plekken, wordt ons eigen leven dan op den duur niet een smakeloos residu van wat het had kunnen zijn? Allemaal kleine beetjes, geknipt en geplakt, worden samen nog geen eigen verhaal, want een rode draad die alles aan elkaar hecht ontbreekt.
Wie slechts nog helden(daden) en morele grandeur ziet op het scherm of via lettertekens, gaat dat waarschijnlijk langzamerhand ook alleen nog maar bestaanbaar achten binnen de grenzen van de televiekast of de boekenkaft. Het eigen leven verworden tot een passieve ontvanger, een zender, van door derden geprogrammeerde content. Als een overbelaste en daarom ongeordende archivaris raken onze mentale opbergmappen verstopt met – sorry voor het woord– BULLSHIT.
Wees de zon, niet de schaduw
De Boeddha zou, gelet op het voorgaande, zeggen:
Laat los, alsjeblieft, die dwangmatige obsessie met levensverhalen van total strangers (fictieve en mediahype persoonlijkheden).
Laat los, alsjeblieft, het riedeltje van je eigen levensverhaal dat je niet meer uit je hoofd krijgt en als warenhuizen- of vliegveldmuzak 24 uur per dag halsstarrig blijft neuriën.
In het hier en nu krijgen verhalen geen kans, omdat schaduwen hun object op zijn best op de voet volgen, maar nooit vooruit kunnen lopen. Richt je op de fenomenen die zich in de spotlight van de zon van je bewustzijn lokaliseren, niet op de schimmen op de achtergrond. Want wie ervaart het leven niet liever aan den lijve, in vrijheid en aandacht, dan in een keurslijf, handen en voeten gebonden aan verhaallijnen (van vreemden)?
Mick Hartman
maart 29th, 2010 om
De grote vraag blijft wat maakt gelukkiger? Je richten op je eigen verhaal of dat verhaal van een ander volgen? Voor het een is moed nodig en voor het ander niet. Is het tonen van moed het middel om gelukkig te worden? In welk perspectief kun je dit verhaal plaatsen met “happy”?
Of is het dat stukje van Boeddha en staat de leer van Boeddha gelijk aan geluk?