De internationale dierenwelzijnsorganisatie Vier Voeters heeft vier Duitse modeketens overtuigd om bontvrij te gaan. De modeketens sluiten zich aan bij het Fur Free Retailer Program. Twee van de ketens, Otto en S. Oliver, verkopen ook kleding in Nederland. De deelname van de modeketens is opnieuw een duidelijk signaal tegen dierenmishandeling.

Met een gezamenlijke omzet van ongeveer zeven miljard euro en duizenden winkels in binnen- en buitenland, hebben de vier grote ketens een groot aandeel in de modemarkt en draagt hun keuze om bontvrij te gaan effectief bij aan een daling van het gebruik van echt bont in de industrie.

Het aantal voor bont gedode dieren is de afgelopen tijd drastisch gestegen door het gebruik van bontaccenten en toenemende vraag in Azië. Wereldwijd sterven jaarlijks circa honderd miljoen nertsen, vossen en wasbeerhonden voor hun vacht. De wilde dieren brengen hun korte leven door in krappe draadgazen kooien en sterven vervolgens een marteldood. Andere soorten, zoals coyotes of wasberen, worden in pijnlijke vallen in het wild gevangen. Stichting Vier Voeters zet zich in voor nationale en Europese handels- en importverboden voor bont.

Het Fur Free Retailer Program, waarvan Vier Voeters in Duitsland de vertegenwoordiger is, brengt in kaart welke modebedrijven geen bont verwerken in hun producten. De nieuwe ketens bevinden zich nu in gezelschap van ketens zoals H&M, Zara en Esprit, die ook het bontgebruik hebben afgezworen. Dankzij Bont voor Dieren, vertegenwoordiger van het Fur Free Retailer Program in Nederland, zijn de afgelopen jaren ook veel Nederlandse modeketens bontvrij gegaan, zoals V&D en C&A.