De huizenprijzen in de 20 grootste Amerikaanse steden zijn in maart met 1,1 procent gestegen op maandbasis. Het is de sterkste stijging van de prijzen in 7 jaar. En de consumenten in de Verenigde Staten hebben de afgelopen weken fors meer vertrouwen gekregen in de economie.

Economen rekenden gemiddeld op een stijging van de huizenprijzen met 1 procent. In februari gingen de prijzen al met een herziene 1,3 procent omhoog.

Op jaarbasis klommen de huizenprijzen met 10,9 procent, tegen 9,3 procent een maand eerder. Dat blijkt uit de zogenoemde Case-Shillerindex die financieel dienstverlener Standard & Poor’s dinsdag heeft gepubliceerd. Hier werd door economen in doorsnee gerekend op een stijging met 10,2 procent.

Marktkenners voorspellen een verdere stijging van de prijzen. Het consumentenvertrouwen groeit en banken verstrekken inmiddels weer iets makkelijker krediet voor een aankoop. Bovendien is het aantal huizen dat te koop staat relatief erg klein. Economen noemen het herstel ,,geleidelijk en stabiel”.

De index voor consumentenvertrouwen in de VS van onderzoeksbureau Conference Board kwam in mei uit op een stand van 76,2, tegen een stand van 68,1 in april. Toen was er overigens ook al sprake van een onvoorziene stijging. De toename in mei is veel sterker dan verwacht. Economen rekenden voor deze maand in doorsnee op een stijging van de vertrouwensindex tot een stand van 71,0.