Geld brengt een zekere geruststelling met zich mee, maar misschien ook ongerustheid. Want wanneer heb je genoeg geld opdat je je ‘gerust kan voelen’? Zo beschouwd heeft geld veel met emoties te maken.

Geluk is voor een deel te koop, iedereen weet dat wat geld achter de hand het leven een stuk makkelijker maakt. Maar de vraag is, hoeveel moet het zijn om gelukkig te leven? Dan blijkt dat veel afhangt van het verwachtingspatroon en de levensstijl van het individu in kwestie.
Mensen met een kleiner budget kunnen hoger op tevredenheid scoren dan mensen met een stevig kapitaal en een bijhorend groot uitgavenpatroon.

‘Geld maakt niet gelukkig’ is waar voor zover de behoeftebevrediging met geld dikwijls lijkt op een horizon. Hoe ver je ook stapt, de horizon wijkt altijd terug. Mensen die almaar geld spenderen om steeds nieuwe behoeften te voldoen, proberen misschien wel een ander gemis te compenseren of een gebrek aan zelfvertrouwen te maskeren.

Wie een heel ruim huis heeft gebouwd, komt rondtoerend in Nederland tal van grotere exemplaren tegen. Met almaar recentere gadgets en toebehoren. Maar als je huis je past als een tweede huid heb je wel waar voor uw geld gekregen.

De financiële realiteit is, behoudens een zekere ondergrens, minder belangrijk dan de houding die je tegenover geld aanneemt. Een quasi eindeloos kapitaal bezorgt je daarom nog geen financiële vrijheid. Het is altijd mogelijk om behoeften te bedenken die het budget te boven gaan.

Financiële vrijheid bestaat erin om zoveel geld te hebben als men nodig heeft. Wat mensen nodig hebben is begrensd, wensen en verlangens zijn per definitie onbegrensd. Wie van geld geluk verwacht kan zich dan ook maar beter aan de feiten houden. Het biedt geen ultieme zekerheid of vrijheid. Het is enkel een middel, een gereedschap om iets mee te doen. Het geluk zit niet in het geld, wel eventueel in de gezonde relatie die een mens ermee onderhoudt.